ECLI:NL:GHAMS:2019:1530
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.C. Schenkeveld
- A.N. van de Beek
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake partneralimentatie en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Amsterdam inzake partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man. Het huwelijk van partijen, dat in 1997 in gemeenschap van goederen werd gesloten, is op 19 juni 2003 omgezet in een geregistreerd partnerschap, dat op 18 april 2017 is ontbonden. De vrouw verzoekt om een verhoging van de door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud, die door de rechtbank was vastgesteld op € 430,- per maand, naar € 1.211,- per maand. De man heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de uitkering op nihil te stellen. Het hof heeft de behoefte van de vrouw vastgesteld op € 2.365,- per maand, waarbij rekening is gehouden met de verdiencapaciteit van de vrouw en de draagkracht van de man. Het hof heeft de uitkering tot levensonderhoud vastgesteld op € 813,- per maand, ingaande op 18 april 2017. Daarnaast is er een geschil over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, waaronder de verdeling van de inboedel en de gezamenlijke bankrekeningen. Het hof heeft bepaald dat de man draagplichtig is voor een bedrag van € 10.703,08 ter zake van de woonlasten en dat partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn voor de rente en kosten van de gezamenlijke rekening en de creditcardschuld. De beschikking van de rechtbank is op onderdelen vernietigd en op andere onderdelen bekrachtigd.