3.1.1Bij akte d.d. 2 november 2007 is het gebouw met de daarbij behorende grond gelegen aan de [adres 1] in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106 BW gesplitst (verder te noemen: de hoofdsplitsing), en wel in de navolgende rechten:
1. het appartementsrecht omvattende het uitsluitend gebruik van de bedrijfs-/ winkelruimte gelegen op de begane grond van het gebouw, met bijbehorende tuin en schuur op de begane grond (het recht Al);
2. het appartementsrecht omvattende het uitsluitend gebruik van de woningen gelegen op de eerste, tweede, derde en zolderverdieping van het gebouw met het bijbehorende platdak boven de zolderverdieping met entree en opgang op de begane grond (het recht A2).
Het gebouw dat bij voormelde akte is gesplitst is weergegeven op de bij deze akte behorende en in het kadaster ingeschreven splitsingstekening. Bij de hoofdsplitsing is de Hoofd-VvE opgericht.
3.1.3Op de hoofdsplitsing zijn nog vier ondersplitsingen gevolgd, waarbij recht A2 telkens is ondergesplitst, en wel op 21 oktober 2009, op 15 maart 2010, op 12 juli 2010 en op 29 mei 2012. Bij de akte van 29 mei 2012 zijn de huidige rechten A3, A4, A6, A7, A9 en A10 gerealiseerd, welke in eigendom zijn bij belanghebbenden. Dit zijn alle woonruimten.
3.1.6Voor zover van belang wordt in het modelreglement het volgende bepaald:
“ (…)
B.Aandelen die door de splitsing ontstaan en aandelen in de verplichting tot het bijdragen in de
de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn
Artikel 8
1. Iedere eigenaar is in de gemeenschap gerechtigd voor het nader in de akte te bepalen breukdeel
overeenkomstig de in de akte vermelde grondslag.
2. De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen (…) verplicht bij te dragen in de
schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn.
(…)
Artikel 9
1. Tot de schulden en kosten van de gezamenlijke eigenaars als bedoeld in artikel
5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke
gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden, vernieuwingen en
vervangingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover
die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 van het
Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars, en voor zover die niet vallen
onder a;
(…)
F.Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke
zaken
(…)
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend,
voor zover aanwezig:
a. de grond, de funderingen, de dragende muren, de kolommen, het geraamte van het gebouw, de
gevels (daaronder begrepen de gevelbeplatingen en dilataties), de balkonconstructies, de
galerijen, de daken (inclusief de waterkerende lagen), de dakbedekking, de dakkapellen,
de schoorstenen, de rook- en ventilatiekanalen, de vuilstortkokers, de lift- en leidingschachten,
alsmede de vloeren en de wanden die de scheiding vormen tussen gemeenschappelijke
gedeelten of tussen (een) gemeenschappelijk(e) gedeelte(n) en (een) privé gedeelte(n) of tussen
privé gedeelten;
(…)”
3.1.7In de hoofdsplitsingsakte staat, voor zover van belang, onder meer het volgende vermeld:
“(….)
C. VOORGENOMEN SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN. SPLITSINGSTEKENING.
De gerechtigde wenst over te gaan tot de splitsing van het gebouw met de daarbij behorende grond in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106 van het Burgerlijk Wetboek, onder oprichting van een vereniging van eigenaars en vaststelling van een reglement als bedoeld in artikel 5:111 onder d van het Burgerlijk Wetboek.
Aan deze akte is daartoe een uit één blad bestaande tekening als bedoeld in artikel 5:109, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek gehecht.
Op die tekening zijn met de cijfers 1 en 2 de gedeelten van het gebouw met aanbehoren aangegeven die bestemd zullen zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Het uitsluitend gebruiksrecht van die gedeelten zal zijn begrepen in de bij deze akte te formeren appartementsrechten.
(…)
G. UITWERKING MODELREGLEMENT.
Artikel 8.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde aandelen in de gemeenschap zijn de volgende:
voor het appartementsrecht met indexnummer 1: een/vijfde (1/5e) gedeelte;
voor het appartementsrecht met indexnummer 2: vier/vijfde (4/5e) gedeelte.
De aandelen in de gemeenschap zijn vastgesteld aan de hand van de verhouding in oppervlakte van de voor uitsluitend gebruik bestemde gedeelten.
(…)
H. WIJZIGINGEN EN/OF AANVULLINGEN MODELREGLEMENT.
(…)
Artikel 17.
Toegevoegd wordt een extra lid:
“3. In tegenstelling tot hetgeen in artikel 17 lid 1 is bepaald behoren de balkonconstructies niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en zaken, maar maken deel uit van elk appartementsrecht afzonderlijk waartoe zij blijkens de splitsingstekening behoren en mitsdien geldt te dien aanzien hetgeen onder G van het reglement is bepaald omtrent privé gedeelten.”
(…)”