Artikel 5.4 - Einde arbeidsovereenkomst
Behalve op de in de wet geregelde of uit de wet voortvloeiende wijzen van
beëindiging neemt de arbeidsovereenkomst in ieder geval een einde zonder dat
daartoe opzegging is vereist:
(1) Met ingang van de 56e verjaardag van de vlieger respectievelijk de leeftijd
van de vlieger voortvloeiend uit art. 5.8 (2)b;
Artikel 5.8 — Verminderde productie en deeltijdpensioen
(...)
(2) Op de ingangsdatum van de verminderde productie, zoals bedoeld in punt
2a, wordt de 56-jarige pensioenleeftijd van de vlieger verhoogd met het
aantal dagen vanaf deze datum tot de 56e verjaardag, vermenigvuldigd met
een factor 0,25 (80% productie), 0,5 (66 2/3% productie), 0,54 (65%
productie) dan wel 1 (productiefactor 50%,) en vervolgens algebraïsch
afgerond op hele dagen. De pensioendatum wordt gecorrigeerd afhankelijk
van de periodes en de bijbehorende tewerkstellingspercentages onder deze
regeling voor de leeftijd van 56. Bij deze berekening wordt een jaar gesteld
op 360 dagen en een maand op 30 dagen. De verhoogde pensioendatum
bedraagt in alle gevallen uiterlijk de dag waarop de 60-jonge leeftijd wordt
bereikt.