beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.252.245/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 april 2019
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SJOEBERT B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. T.S. Jansenen
mr. A.S. van der Heide, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
L’ÉTOILE PROPERTIES NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
L’ÉTOILE PROPERTIES REIM HOLLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. G.T.J. Hoff, kantoorhoudende te Haarlem,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JANNES’S BEHEER MIJ. B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
DA VIKEN HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
3. de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
HAPAROMALO HOLDING LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
4. de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
L’ÉTOILE PROPERTIES HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FM INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Haarlem,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE 3 DUITEN B.V.,
gevestigd te Kamerik,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster met Sjoebert;
- verweerster sub 1 met L’Étoile Netherlands;
- verweerster sub 2 met L’Étoile Holland;
- verweersters gezamenlijk met L’Étoile c.s.;
- belanghebbende sub 1 met JBM;
- belanghebbende sub 2 met Da Viken;
- belanghebbende sub 3 met Haparomalo;
- belanghebbende sub 4 met L’Étoile Holding;
- belanghebbende sub 5 met FM Investments;
- belanghebbende sub 6 met De 3 Duiten.
1.2 Sjoebert heeft bij op 4 januari 2019 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van L’Étoile c.s. over de periode vanaf januari 2016 alsmede om L’Étoile c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 L’Étoile c.s. hebben bij op 14 februari 2019 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek voor zover dat betrekking heeft op L’Étoile Holland en tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van Sjoebert in de kosten van het geding.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 7 maart 2019. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en wat mr. Jansen betreft onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.5 Bij e-mail van 8 maart 2019 zijn partijen door de Ondernemingskamer in de gelegenheid gesteld twee specifieke stukken in het geding te brengen. Bij e-mails van 11 maart 2019 hebben mr. Jansen (productie 40) en mr. Hoff (productie 21) die stukken overgelegd. Vervolgens hebben mr. Hoff bij akte van 21 maart 2019 en mrs. Jansen en Van der Heide bij akte van 22 maart 2019 op de door de wederpartij nader overgelegde productie gereageerd. Bij e-mail van 11 maart 2019 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer mr. Hoff bericht dat de door hem op 11 maart 2019 overgelegde productie 22 ter zijde wordt gelegd omdat, behoudens het toesturen van de door de Ondernemingskamer opgevraagde documenten en de in dat kader geboden gelegenheid tot uitlaten, het debat reeds was gesloten.
2 De feiten
2.1L’Étoile Netherlands is op 5 juni 2015 opgericht door Sjoebert, Da Viken, Haparomalo en JBM. Het bestuur van L’Étoile Netherlands wordt thans gevormd door [A] (hierna: [A] ) en [B] (hierna: [B] ). Zij zijn gezamenlijk bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
2.2De aandelen in het geplaatste kapitaal van L’Étoile Netherlands worden thans als volgt gehouden:
- 35% (aandelen A) door Da Viken, een door [A] bij meerderheidsbelang gecontroleerde vennootschap;
- 15% (aandelen A) door Haparomalo, een door [A] bij meerderheidsbelang gecontroleerde vennootschap;
- 25% (aandelen B) door Sjoebert, de vennootschap waarvan [C] (hierna: [C] ) enig bestuurder en enig aandeelhouder is;
- 25% (aandelen B) door JBM, de vennootschap waarvan [B] enig bestuurder en enig aandeelhouder is.
2.3De statuten van L’Étoile Netherlands bevatten onder andere een verplichting voor het bestuur om ten minste eenmaal per jaar de algemene vergadering schriftelijk op de hoogte te stellen van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico’s en het beheers- en controlesysteem van de vennootschap (artikel 13.16).
2.4L’Étoile Holland was tot 21 september 2016 een vennootschap waarvan [B] (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder was, en die tot 1 juni 2016 de naam ‘Maeszight Holding B.V.’ droeg (zie hierna onder 2.32). Het bestuur van L’Étoile Holland wordt sinds 21 september 2016 gevormd door KVM Group B.V. (op haar beurt bestuurd door FM Investments en De 3 Duiten) en L’Étoile Holding (bij meerderheidsbelang door [A] gecontroleerd), die gezamenlijk bevoegd zijn de vennootschap te vertegenwoordigen.
2.5De aandelen in het kapitaal van L’Étoile Holland worden thans als volgt gehouden:
- 56% gezamenlijk door Haparomalo en L’Étoile Holding;
- 22% door FM Investments, waarvan [D] indirect enig aandeelhouder en enig bestuurder is;
- 22% door De 3 Duiten, waarvan [E] enig aandeelhouder en enig bestuurder is.
2.6L’Étoile Properties is een internationaal concern met vestigingen in diverse landen dat zich onder meer toelegt op het begeleiden van vastgoedtransacties en het bieden van asset- en property managementdiensten. [A] is CEO en
founding partnervan L’Étoile Properties. L’Étoile Properties heeft wereldwijd 110 werknemers die 204 assets beheren met een beheerd vermogen van in totaal € 7,3 miljard.
2.7Op 31 mei 2013 heeft AMUNDI Real Estate (hierna: Amundi), een Franse internationaal opererende vastgoedinvesteerder, (als vertegenwoordiger van het Franse investeringsfonds OPCIMMO) met de Duitse vestiging van L’Étoile Properties een raamovereenkomst gesloten met het oog op samenwerking. In deze overeenkomst staat dat L’Étoile Properties voor het bemiddelen bij vastgoedtransacties aanspraak kan maken op een acquisitie fee van 0,45% van de aankoopsom.
2.8In juni 2014 hebben [A] , [B] en [C] besloten een Nederlandse vestiging van L’Étoile Properties op te zetten. Op 20 oktober 2014 hebben [A] , [B] en [C] hun samenwerking vastgelegd in een ‘Business Plan L’Étoile Properties Netherlands’ en een bijbehorend memorandum (hierna gezamenlijk: het Business Plan). In het Business Plan is voor zover hier relevant onder meer opgenomen dat een nieuwe vennootschap zal worden opgericht, dat [B] en [C] verantwoordelijk zijn voor de operationele activiteiten en dat [B] en [C] geen management fee ontvangen omdat hun vergoeding zou moeten voortkomen uit eventuele opbrengsten uit de transacties. Ook is met betrekking tot de verdeling van vergoedingen een regeling opgenomen die luidt:
“Distribution of fees when collaborating with colleagues from partner offices abroad. The office that has brought the contact with the buyer will charge 30% of the fee arising from the first deal. Further deals with the same client will be discussed according to the implication of the office that has brought the client. The office will charge yearly 5% of the fee for asset and property management. (…) The revenue depends on the size and content of the portfolio and the compensation-model.”
2.9Ter uitvoering van het Business Plan is op 5 juni 2015 L’Étoile Netherlands opgericht door Sjoebert, Da Viken, Haparomalo en JBM. Na de oprichting vormden [A] (als bestuurder A) en [C] en [B] (als bestuurders B) gezamenlijk het bestuur van L’Étoile Netherlands.
2.1Op 26 oktober 2015 heeft L’Étoile Netherlands met (indirect) Amundi een overeenkomst gesloten op basis waarvan L’Étoile Netherlands het asset- en propertymanagement met betrekking tot het Las Palmas gebouw te Rotterdam (hierna: de Las Palmas-overeenkomst) uitvoert. Het Las Palmas gebouw is op 15 november 2015 aan Amundi overdragen.
2.11In november 2015 hebben onder andere [A] en [C] in Seoul een bespreking gevoerd met potentiele (mede)investeerders in het gebouw De Rotterdam te Rotterdam (hierna: De Rotterdam).
2.12Op 11 december 2015 is in opdracht van de verkoper een eerste concept
Sale and Purchase Agreementmet betrekking tot De Rotterdam opgesteld door Houthoff Buruma.
2.13Op 15 januari 2016 heeft Clifford Chance namens Amundi een
mark upgemaakt van dit concept. De
mark upvermeldt tussen haken als overdrachtsdatum 31 maart 2016. Onder andere de koopsom en kopende partij(en) zijn nog niet ingevuld in het concept.
2.14Op 18 januari 2016 heeft [F] , hoofd International Investments bij Amundi, een presentatie gegeven aan de overige (Koreaanse) investeerders in De Rotterdam. Daarbij is onder meer een overzicht met de titel ‘
Calculation Assumptions’ aan de orde gekomen waarin een acquisitie fee voor L’Étoile Properties van 0,45% van de
purchase pricevan € 352 miljoen (
“L’Étoile fee 0,45% € 1.584.000”)en de toekomstige rol van L’Étoile Properties als asset- en property manager genoemd staan.
2.15[A] heeft bij e-mail van 26 januari 2016 aan [B] zijn onvrede geuit over de bestaande samenwerking en aangedrongen op beëindiging van de samenwerking met [C] . Zo schrijft hij:
“We need to start thinking of the future for L’Étoile Netherlands. The current situation does not work. First you need to get rid of [C]once we have closed the deal. Your problem. Your cost.(…)”.
2.16Tijdens een bespreking met [C] op 1 februari 2016 heeft [B] mede namens [A] de samenwerking met [C] mondeling opgezegd met de mededeling dat een regeling zal worden getroffen voor de financiële afwikkeling van de samenwerking, waaronder een vergoeding voor zijn aandelen, zijn werkzaamheden en door hem ten behoeve van L’Étoile Netherlands gemaakte onkosten.
2.17Sinds 1 februari 2016 vinden in L’Étoile Netherlands geen activiteiten meer plaats.
2.18[A] heeft begin februari 2016 in diverse e-mails aan [C] zijn klachten met betrekking tot het functioneren van [C] uiteengezet. Op 3 februari 2016 schrijft hij onder meer:
“(…) I would not have had a problem with you doing things if I did not receive repeated complaints from [G] , [H] and more recently [F] . Having someone taking responsibility but giving no satisfaction whatsoever cannot be a sustainable solution don’t you think. One of the key problem we have suffered from with you is that you are not precise enough: (…) It has been really difficult to work in these conditions. Despite all my repeated remarks nothing changed. So I preferred to stop now before we get in bigger and deeper problems. (…)”.
2.19In februari 2016 heeft [A] een overzicht opgesteld met betrekking tot de verdeling van de fees voor De Rotterdam. Daarin wordt een
purchase price after negotiationgenoemd van € 345 miljoen, een
acquisition fee after sharing with AMUNDI’van 0,20-0,25% en de volgende verdeling van die
fee: 40% aan ‘EPNL’, 40% aan ‘EP Seoul’ en 20% aan ‘DVH’ (naar de Ondernemingskamer vermoedt Da Viken Holding).
2.2Bij e-mailbericht van 15 februari 2016 heeft [A] aan [B] voorgesteld een nieuwe vennootschap op te richten indien [C] niet op redelijke voorwaarden kan worden uitgekocht: “
(…) If he does not want to understand it then let’s create another new company and wait until he comes up with a more reasonable expectation. But this is urgent as we now need to bill AMUNDI! (...) I want to insist on the urgency to get a company that can invoice AMUNDI. Should we incorporate a new one in any case? It might be good policy to have a company dedicated to AMUNDI in any case”.
2.21Bij e-mailbericht van 22 februari 2016 heeft [A] aan [B] geschreven hij het in een concept beëindigingsvoorstel opgenomen aan [C] te betalen bedrag heeft aangepast
“making the upfront payment smaller as what Bram has done apart form his job on De Rotterdam has been a disaster. If we do De Rotterdam then he gets a bigger payment (…)”.Ook heeft hij bij [B] nogmaals aangedrongen op een zo spoedig mogelijke uitkoop van [C] en zo nodig een nieuwe vennootschap op te richten.
2.22Op 29 februari 2016 heeft een e-mailwisseling plaatsgevonden tussen [A] en [B] waarbij is besloten tot de oprichting van een nieuwe vennootschap genaamd ‘L’Étoile Properties REIM Netherlands B.V.’.
2.23De toenmalige advocaat van L’Étoile Netherlands heeft bij e-mailbericht van 4 maart 2016 [B] geïnformeerd over de mogelijkheden tot ontbinding van de vennootschap en de mogelijkheid om contracten via een nieuwe vennootschap te laten lopen. Zij heeft daarin gewaarschuwd voor aansprakelijkheid jegens [C] indien de activiteiten van L’Étoile Netherlands worden overgeheveld naar een nieuwe vennootschap waarbij [C] niet betrokken is.
2.24[B] heeft vervolgens aan de hand van het Business Plan een concept business plan voor L’Étoile Holland gedateerd op 15 maart 2016 opgesteld. In dat concept is voorzien in vier aandeelhouders, te weten Haparomalo (16%), Da Viken (51%), JBM (20%) en [H] (13%). In het concept staat voorts dat er op dat moment wordt gewerkt aan twee acquisities en de uitvoering van property- en assetmanagement ten behoeve van een vastgoedproject, hetgeen L’Étoile Holland in staat stelt al in haar eerste jaar winstgevend te zijn.
2.25Bij brieven van 24 maart 2016 hebben [A] en [B] Sjoebert en [C] opgeroepen voor een bijzondere aandeelhoudersvergadering (hierna: bava) van L’Étoile Netherlands te houden op 11 april 2016 met als agendapunt het voorgenomen ontslag met onmiddellijke ingang van [C] als bestuurder.
2.26Op 25 maart 2016 heeft de echtgenote van [B] per e-mail aan [A] een kopie van de Las Palmas-overeenkomst toegestuurd met daarbij een door de voormalig advocaat van L’Étoile Netherlands opgesteld tekstvoorstel voor Amundi om die overeenkomst met L’Étoile Netherlands op te zeggen per 31 maart 2016 wegens
‘gross and/or repeated negligence’veroorzaakt door [C] . Bij e-mailbericht van eveneens 25 maart 2016 heeft [A] gereageerd en de echtgenote van [B] verzocht zo spoedig mogelijk een nieuwe overeenkomst op te stellen op naam van de nieuwe vennootschap:
“(…) now we must make sure we sign a contract on the new company. (…) Let’s discuss it but we need to move quickly.”.
2.27Op 25 maart 2016 zijn Sjoebert en [C] een kort geding gestart tegen L’Étoile Netherlands en haar overige bestuurders en aandeelhouders met vorderingen die ertoe strekken om de
status quobinnen L’Étoile Netherlands te handhaven en L’Étoile Netherlands, [A] en [B] te verbieden aan L’Étoile Netherlands toekomende ondernemingskansen of vermogensbestanddelen aan L’Étoile Netherlands te onttrekken.
2.28In de kort gedingprocedure heeft L’Étoile Netherlands verklaringen van diverse bij L’Étoile Properties betrokken partijen, gedateerd op 31 maart 2016, overgelegd over tekortschieten van [C] . Onder andere [G] , verantwoordelijk voor de Zuid-Koreaanse vestiging van L’Étoile Properties, kwalificeert daarin het handelen van [C] als
“a disaster at the Korean level”en verklaart dat hij en [A] tijdens een bijeenkomst in Seoul het beantwoorden van vragen van Koreaanse investeerders die in De Rotterdam zouden gaan investeren uiteindelijk noodgedwongen van [C] hebben overgenomen. [F] van Amundi schrijft in zijn verklaring onder meer:
“I have requested from you in January 2016 that [C] be taken totally away from the acquisition of the De Rotterdam property and of any business of and with AMUNDI Real Estate. (…)”.
2.29Bij vonnis van 8 april 2016 heeft de voorzieningenrechter voor zover hier relevant de vorderingen van Sjoebert en [C] afgewezen. Voorshands acht de voorzieningenrechter het onder meer niet (zonder meer) aannemelijk dat het Business Plan bindend is. Bovendien kan binnen een kort gedingprocedure niet vastgesteld worden aan wie te danken is dat de opdracht aangaande De Rotterdam is binnengehaald en voor welke entiteit dat is gebeurd.
2.3Bij brief van 8 april 2016 heeft Sjoebert haar bezwaren tegen het houden van de bava waarin het ontslag van [C] als bestuurder aan de orde zou komen, aan het bestuur van L’Étoile Netherlands kenbaar gemaakt.
2.31Tijdens de bava van L’Étoile Netherlands op 11 april 2016 is [C] als bestuurder ontslagen.
2.32Op 1 juni 2016 is de naam van de voorheen door [B] gecontroleerde vennootschap Maeszight Holding B.V. gewijzigd in ‘L’Étoile Properties REIM Holland B.V.’.
2.33Op 1 juni 2016 is De Rotterdam voor een koopsom van € 352 miljoen overgedragen aan een joint venture van Amundi (als vertegenwoordiger van OPCIMMO; 30%) en een groep van vijf Koreaanse investeerders (vertegenwoordigd door Simone Investment Managers, gezamenlijk 70%).
2.34Op 1 juni 2016 heeft Amundi een
Assistance Agreement for Acquisition, Disposal and Asset Management(hierna ook: de Assistance Agreement) gesloten met L’Étoile Holland die daarbij vertegenwoordigd werd door [A] . De overeenkomst heeft betrekking op door L’Étoile Holland ten behoeve van Amundi uit te voeren diensten met betrekking tot De Rotterdam. De overeenkomst treedt in werking per 1 juni 2016, heeft een initiële looptijd van vijf jaar en wordt behoudens opzegging telkens met een jaar verlengd, met een maximale looptijd van tien jaar.
Met betrekking tot de door L’Étoile Holland te ontvangen vergoedingen bepaalt de Assistance Agreement het volgende:
“3. Acquisition – Remuneration
In consideration of the Acquisition Services,[Amundi]
shall pay a fixed fee of 0,1575% (excluding VAT) of[De Rotterdam]
acquisition price (net of VAT, registration taxes and acquisition costs).
The fee’s (…) shall be paid to[L’Étoile Holland]
at transfer following the closing of the[De Rotterdam]
acquisition and fulfillment of all preconditions to the execution of such sale and purchase agreement, as well as the receipt by the[Amundi]
of the relevant[L’Étoile Holland]
's invoice. (…)”.
Voorts is onder meer overeengekomen dat Amundi op maandelijkse basis aan L’Étoile Holland een
‘Asset Management Annual Fee’van 0,07% exclusief BTW van de aankoopsom van De Rotterdam betaalt voor door L’Étoile Holland te leveren asset management services. Ook heeft L’Étoile Holland aanspraak op een
‘Disposal Fee’voor haar assistentie bij een eventuele verkoop van De Rotterdam (Titel I, Sub B, artikel 2).
2.35Op 30 juni 2016 is het gehele banksaldo van L’Étoile Netherlands ten bedrage van € 42.733,92 overgeboekt naar L’Étoile Holland.
2.36Bij persbericht van 13 juli 2016 heeft L’Étoile Properties bekend gemaakt dat zij Amundi bij de acquisitie van het gebouw De Monarch I te Den Haag heeft geadviseerd.
2.37Bij brief van 8 augustus 2016 aan de advocaat van L’Étoile Netherlands heeft Sjoebert zich beklaagd over het uitblijven van eerder opgevraagde informatie, waaronder de naar aanleiding van het commentaar van Sjoebert aangepaste notulen van de aandeelhoudersvergadering op 11 april 2016. Ook heeft zij in de brief diverse vragen gesteld over de acquisitie fee met betrekking tot de verkoop van De Rotterdam waarop L’Étoile Netherlands volgens Sjoebert recht heeft.
2.38Bij brief van 19 augustus 2016 heeft Amundi aan Sjoebert bevestigd dat zij de Las Palmas-overeenkomst met L’Étoile Netherlands heeft opgezegd.
2.39Bij brief van 4 september 2017 heeft Amundi aan een door partijen ingeschakelde mediator bevestigd dat
“the acquisition fee paid to L’Étoile Properties pursuant to the acquisition by AMUNDI’s funds and Korean investors of the De Rotterdam was in the amount of € 670,824.00 incl. VAT. No other fee related to the acquisition services were paid to L’Étoile Properties or to any of its shareholders or partners.(…)”.
2.4Bij brief van 7 september 2018 aan [A] en [B] als bestuurders en (indirect) aandeelhouders van L’Étoile Netherlands heeft Sjoebert nogmaals zijn bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken bij L’Étoile Netherlands kenbaar gemaakt en daarbij aangedrongen op het nemen van maatregelen, waaronder het beleggen van een aandeelhoudersvergadering en het herstellen van de
corporate opportunitiesvan L’Étoile Netherlands. Bij brief van 30 september 2016 heeft Sjoebert haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken bij L’Étoile Netherlands kenbaar gemaakt.
2.41In reactie op laatstgenoemde brief, hebben [A] en [B] namens L’Étoile Netherlands bij brief van 2 november 2016 de bezwaren van Sjoebert verworpen.
2.42Op 18 december 2018 heeft een aandeelhoudersvergadering van L’Étoile Netherlands plaatsgevonden en is besloten tot vaststelling van de jaarrekeningen 2015/2016 en 2017, tot decharge van het bestuur en tot machtiging van het bestuur om het faillissement van L’Étoile Netherlands aan te vragen. Sjoebert heeft steeds tegen gestemd. Ten aanzien van onder andere het voorstel tot ontbinding van de vennootschap met benoeming van [B] en [E] als vereffenaars kon geen besluitvorming plaatsvinden omdat volgens Sjoebert de op grond van de statuten vereiste voorafgaande goedkeuring van de vergadering A en B niet was verkregen en niet is opgeroepen voor een gecombineerde vergadering.
2.43Ten behoeve van het afleggen van rekening en verantwoording over 2018 is in de algemene vergadering van 18 december 2018 door [E] namens het bestuur een financieel verantwoordingsoverzicht aan Sjoebert verstrekt met de titel
“L’Étoile Properties Netherlands B.V. Financieel overzicht – PAMA Las Palmas en Acquisitie De Rotterdam”. Uit het overzicht volgt dat op basis van de Las Palmas-overeenkomst over het vierde kwartaal in 2015 en het eerste kwartaal in 2016 inkomsten zijn gegenereerd van in totaal € 34.888. Met betrekking tot De Rotterdam vermeldt het overzicht onder andere een acquisitie fee van € 554.400 waarop vervolgens diverse bedragen in mindering komen, waaronder € 166.320 aan L’Étoile Properties Korea en € 100.000 aan L’Étoile Properties GmbH, waardoor de inkomsten betreffende De Rotterdam uiteindelijk in het overzicht uitkomen op € 197.445.
2.44In de algemene vergadering van 18 december 2018 heeft Sjoebert diverse vragen gesteld waarop naderhand in het als appendix bij de notulen gevoegde document is gereageerd. Op een vraag naar de overboeking van het gehele banksaldo van L’Étoile Netherlands op 30 juni 2016 wordt in de appendix als volgt gereageerd:
“Dit betreffen betalingen van inkomende facturen (extern advies) die betrekking hadden op de periode van de ‘oude’ L’Étoile vennootschap wat ook zo boekhoudkundig is vastgelegd. Kort door de bocht zijn het rekening-courant betalingen. Geen onttrekking van gelden dus.”In reactie op het door Sjoebert geuite vermoeden dat de acquisitie fee voor De Rotterdam niet is uitbetaald aan L’Étoile Netherlands maar aan L’Étoile Holland en dat de hoogte van de fee bovendien aanzienlijk is verlaagd, wordt in de appendix verwezen naar een overeenkomst tussen L’Étoile Holland en Amundi aangaande De Rotterdam waarin de hoogte van de acquisitie fee is vastgelegd en op grond waarvan de acquisitie fee toekomt aan L’Étoile Holland (de Assistance Agreement, zie 2.34 hiervoor). Gevraagd naar de discrepantie tussen het overgelegde financiële overzicht en de jaarrekening 2015/2016 wordt als volgt gereageerd:
“(…) Het overzicht dat is opgesteld is een overzicht naar de mutaties rondom het pand Las Palmas en het pand De Rotterdam als zijnde een overzicht van de inkomsten en kosten wanneer de heer [C] nog wel als directeur werkzaam zou zijn geweest. Dit overzicht kan nooit aansluiten met de jaarrekening 2015/2016 van L’Étoile Netherlands omdat alleen het pand Las Palmas een contract had met L’Étoile Netherlands zijnde een omzet van € 34.888. De acquisitie fee van De Rotterdam is niet omgeleid. Er is nooit een contract geweest tussen Amundi en L’Étoile Netherlands inzake De Rotterdam. (…)”. Ook is ter specificatie van de jaarrekening 2015/2016 een kopie van het grootboek van L’Étoile Netherlands over 2015 en 2016 bijgevoegd.
2.45Eind december 2018 heeft [B] zijn aandelenbelang van 9% in L’Étoile Holland voor een koopsom van circa € 250.000 verkocht aan de overige aandeelhouders van L’Étoile Holland. Sindsdien worden de aandelen gehouden in de verhouding zoals vermeldt in 2.5.
2.46Bij brief van 9 januari 2019 heeft mr. Hoff namens L’Étoile Holland betwist dat op onzakelijke gronden bedrijfsactiviteiten zijn overgeheveld naar L’Étoile Holland. Onder meer doordat potentiële investeerders niet langer zaken wensten te doen met L’Étoile Netherlands zolang Sjoebert althans [C] daarbij betrokken was, is de samenwerking met Sjoebert beëindigd zonder dat enige contactuele bepaling waaraan L’Étoile Netherlands verbonden was, is geschonden. Tijdens de algemene vergadering van 18 december 2018 is Sjoebert afdoende geïnformeerd en is rekening en verantwoording afgelegd. Ook is in deze vergadering noodgedwongen besloten tot machtiging van het bestuur tot het doen van eigen faillissementsaangifte omdat Sjoebert weigerde mee te werken aan ontbinding en vereffening, aldus mr. Hoff in voornoemde brief.