Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
waaronderde hoogte van de te verhalen vordering, de waarde van de beslagen goederen en de eventueel onevenredig zware wijze waarop de schuldenaar door het beslag op een van die goederen in zijn belangen wordt getroffen (vgl. HR 24 november 1995, NJ 1996/161). Ook moet daarbij in aanmerking worden genomen dat een beslag hier te lande geen prioriteit schept, zodat een schuldeiser, indien een medecrediteur cumulatief beslag legt, de opbrengst van de executie krachtens artikel 3:277 BW met die medecrediteuren moet verdelen naar rato van de omvang van ieders vordering. Hiervan uitgaande overweegt het hof als volgt.