ECLI:NL:GHAMS:2019:1419
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A.R. Sturhoofd
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake partneralimentatie met vaststelling van de uitkering tot levensonderhoud
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek om partneralimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 maart 2018 aangevochten, waarin haar verzoek om een uitkering tot levensonderhoud van € 1.161,- per maand was afgewezen. De man, verweerder in hoger beroep, had op zijn beurt een verweerschrift ingediend en verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2019 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
Het hof heeft vastgesteld dat partijen in 1975 zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden en dat hun huwelijk op 4 april 2018 is ontbonden. De vrouw heeft een netto behoefte van € 2.289,- per maand, terwijl de man een draagkracht heeft voor een partneralimentatie van € 832,- per maand met ingang van 4 april 2018. Het hof heeft de stellingen van partijen met betrekking tot de behoefte van de vrouw en de draagkracht van de man zorgvuldig gewogen. De man heeft betoogd dat de vrouw een nieuwe relatie heeft en dat zij mogelijk samenwoont, maar het hof heeft deze stelling niet onderbouwd geacht.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze het verzoek van de vrouw om een uitkering tot levensonderhoud afwees. Het hof heeft bepaald dat de man een uitkering tot levensonderhoud van de vrouw moet betalen van € 832,- per maand met ingang van 4 april 2018, € 62,- per maand met ingang van 1 oktober 2018, en € 236,- per maand met ingang van 1 februari 2019. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.