ECLI:NL:GHAMS:2019:139
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over banklening en rentetarief bij ABN AMRO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die een banklening heeft afgesloten voor de aankoop van een garage. De appellant stelt dat de bank, ABN AMRO, bij het vaststellen van het rentetarief haar eigen criteria niet heeft gehanteerd en slechts een administratief onderscheid heeft gemaakt tussen woonhuisfinancieringen en maatwerkfinancieringen. Het hof oordeelt dat het door de bank gemaakte onderscheid niet ongerechtvaardigd is. De appellant heeft onvoldoende onderbouwd dat hij recht heeft op een lagere rente, en het hof concludeert dat ABN AMRO gerechtigd is om hogere tarieven te hanteren voor maatwerkleningen. De rechtbank had eerder de vorderingen van de appellant afgewezen, en het hof bekrachtigt dit vonnis. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.