Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.DE KLEINTJES PILS BAND,
2. [appellant sub 2] ,
3. [appellant sub 3] ,
1.Het geding in hoger beroep
het hof) te bepalen bedragen, althans een onafhankelijk vereffenaar wordt benoemd die de stakingsbalans van De Kleintjes Pils Band zal opstellen aan de hand van door het hof te geven aanwijzingen inzake de hiervoor genoemde bedragen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties.
2.Feiten
3.Beoordeling
[appellant sub 2]) dat de vennoten zich niet altijd aan de gestelde, vaste afspraken hebben gehouden. Omdat partijen bovendien twisten over de aantallen optredens en de gemiddelde hoogte van de gage per optreden, partijen niet werkten met een vaste gage en er daarnaast (soms) ook nog werd gewerkt met een zwarte component in de gages, is het onmogelijk om thans nog een voldoende exacte reconstructie van de inkomsten van De Kleintjes Pils Band te maken om te kunnen dienen als basis voor gevolgtrekkingen over de rechtmatigheid van de afstortingen die [geïntimeerde] in het grootboek heeft verantwoord. De vordering die ertoe strekt dat [geïntimeerde] een bedrag van € 69.240,- aan niet-gestorte gages in De Kleintjes Pils Band moet inbrengen, is daarom afgewezen. [geïntimeerde] heeft de pinopnames over de periode na 24 juni 2010 tot een bedrag van in totaal € 3.220,- onvoldoende verantwoord en dient dit bedrag in te brengen in De Kleintjes Pils Band.
“Tijdens die gesprekken in oktober en in november lieten [appellant sub 3] en [appellant sub 2] weten dat die verdeling na afloop van hun optredens in werkelijkheid anders was dan uit de boekhouding bleek. Zij waren namelijk in de veronderstelling dat een gedeelte van de opbrengst, die niet direct verdeeld was, op de bank was gestort, maar die stortingen kwamen niet overeen met de stortingen die op de bankafschriften zichtbaar waren. Het klopt dat [geïntimeerde] tijdens die gesprekken bevestigde dat de verdeling zoals die door [appellant sub 3] en [appellant sub 2] werd gepresenteerd juist was. [geïntimeerde] gaf daarbij wel aan dat hij het gedeelte van de opbrengst, dat niet direct na afloop van het optreden was verdeeld, niet altijd direct op de bank stortte, maar dat hij dat soms ook thuis bewaarde om kasbetalingen mee te doen.”Uit het e-mailbericht van
“Na het optreden verdeelden we in de bus de gage. Normaal ging een groot deel dan in de pot, maar omdat ik [geïntimeerde] wantrouwde had ik besloten om geen extra geld in de pot te doen; dat alles dus verdeeld zou worden. (…). Achteraf realiseer ik mij dat [geïntimeerde] tegensputterde als wij bespraken om een grotere afdracht, namelijk de hele gage, aan de pot te doen. Daardoor werd de afdracht van één op de vier optredens onregelmatiger. Maar vanaf 2014 hebben wij de afdracht van de hele gage er vaker doorheen gedrukt omdat wij de schuld aan de bank wilden inlopen.”En [appellant sub 3] heeft als getuige onder meer verklaard:
“In eerste instantie was de afspraak dat één op de gemiddeld vier optredens volledig werd afgestort en de rest werd gelijkelijk onder ons drieën verdeeld”. Hieruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de storting van in elk geval de gage van elk vierde optreden kennelijk niet altijd heeft plaatsgevonden zodat, voor zover al aangenomen zou moeten worden dat tussen de vennoten de gestelde, vaste afspraken hebben gegolden, deze niet altijd consequent door de vennoten werden nageleefd. Hieruit volgt dat niet vast staat dat [geïntimeerde] daadwerkelijk de bedragen in handen heeft gekregen die De Kleintjes Pils Band c.s. hebben gesteld zodat evenmin kan worden vastgesteld dat [geïntimeerde] enig bedrag in weerwil van gemaakte afspraken niet op de bankrekening van De Kleintjes Pils Band heeft gestort.