ECLI:NL:GHAMS:2019:1324
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging BKR-registratie op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een appellant, die in persoon procedeerde, tegen Hoist Kredit AB. De appellant had eerder bij de rechtbank Amsterdam een verzoek ingediend op basis van artikel 46 van de Wet bescherming persoonsgegevens, waarin hij vroeg om de BKR-registratie te wijzigen en te verwijderen. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, waarop de appellant in hoger beroep ging. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de feiten correct had vastgesteld en dat de registratie van de kredietovereenkomst door Santander correct was. De appellant voerde aan dat de registratie onjuist en disproportioneel was, maar het hof oordeelde dat de registratie moest worden aangepast door de codes A (achterstand) en 2 (geheel opeisbaar) te verwijderen. Het hof heeft de kosten van de procedure in beide instanties voor Hoist veroordeeld, en de appellant heeft geen recht op vergoeding van reiskosten omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij speciaal voor de zittingen naar Nederland is gekomen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.