Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 28 maart 2019. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
mededeling van voornoemde verbalisanten:
verklaring van getuige [benadeelde 3]:
deskundigenverslag, te weten een rapport met opschrift ‘Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood’ (inclusief de daarbij behorende bijlage 1 ‘Uit- en inwendige schouwing’) van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 30 juni 2017, sectienummer 2016-255, opgemaakt door [naam 1], arts en patholoog (los in het dossier opgenomen). Dit deskundigenverslag houdt, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, in:
▪ Letsel A: Naast de naast de rechtermondhoek was een scherprandige huidperforatie van circa 2,5 cm, met zijwaarts een krasvormige uitloper van circa 2 cm. Deze stond in relatie met de mondholte.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de verdachte
in het geheel nietkan worden toegerekend wegens een gebrekige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.
Oplegging van straf en maatregel
Daarnaast is vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het onderzoek leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, te classificeren als een schizofrenie, ernstig met een eerste episode. Het beginpunt van deze ziekelijke stoornis is niet precies te bepalen, mede omdat de verdachte lange tijd een teruggetrokken leven leidde en er weinig zicht was op zijn (dis)functioneren. De stoornis is geleidelijk ontstaan, maar heeft zich (in ieder geval) tijdens de detentie van de verdachte geopenbaard. De symptomen bestonden uit gedesorganiseerd spreken, ernstig katatoon gedrag, negatieve symptomen (zoals verminderde emotionele expressie of initiatiefverlies) en mogelijk wanen in de vorm van overmatige achterdocht (vergiftiging van het eten en het betitelen van mensen als mutant en nazi). Op 5 september 2017 is besloten de verdachte onder dwang antipsychotica toe te dienen. Dit heeft tot verbetering van zijn toestandsbeeld geleid. De symptomen van schizofrenie die thans nog kunnen worden gezien, zijn vervlakking (waarbij hij bewust of onbewust elke vorm van aandacht, contact of welke andere bezigheid (prikkeling) dan ook vermijdt), mede als negatieve symptomatologie (volgend op een psychotische episode in het kader van een schizofrenie) en oordeel- en kritiekstoornissen en een gestoord oorzaak-gevolg denken.
vanuit gedragskundig optiekminder noodzakelijk of aangewezen. Indien de verdachte niet bereid is voorwaarden bij een TBS te accepteren, waaronder het ondergaan van een behandeling en het nemen van medicatie, dan is een TBS met verpleging wel aangewezen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Stb.2018, 132) in werking getreden. Zoals door de gemachtigde van de benadeelde partij is onderkend, voorziet deze wet – overeenkomstig de keuze van de wetgever – echter niet in de mogelijkheid affectieschade te vergoeden die het gevolg is van strafbare feiten die zijn gepleegd vóór 1 januari 2019. Dat dit, zoals is gesteld, voor de benadeelde partij lastig te verteren is, is niet onbegrijpelijk, maar maakt niet dat het hof niet aan de wet gebonden is. Anders dan de advocaat-generaal vermag het hof niet in te zien op welke andere rechtsgrond het in een geval als het onderhavige tot vergoeding van immateriële schade kan komen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswegezal worden
verpleegd.
€ 46.465,02 (zesenveertigduizend vierhonderdvijfenzestig euro en twee cent) bestaande uit € 26.465,02 (zesentwintigduizend vierhonderdvijfenzestig euro en twee cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 23,70 (drieëntwintig euro en zeventig cent).
€ 46.465,02 (zesenveertigduizend vierhonderdvijfenzestig euro en twee cent) bestaande uit € 26.465,02 (zesentwintigduizend vierhonderdvijfenzestig euro en twee cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
267 (tweehonderdzevenenzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 7.725,42 (zevenduizend zevenhonderdvijfentwintig euro en tweeënveertig cent) materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
affectieschadevoor een bedrag van
€ 60.000,00 (zestigduizend euro)af.
€ 28,38 (achtentwintig euro en achtendertig cent).
€ 7.725,42 (zevenduizend zevenhonderdvijfentwintig euro en tweeënveertig cent) materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
73 (drieënzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.