hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2014 tot en met 24 mei 2016 te Alkmaar en/of Stompetoren en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met [zaak 8], welke rechtspersoon bij vonnis van de van de Rechtbank Amsterdam d.d. 6 januari 2015 in staat van faillissement is verklaard, en een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of een of meer rechtsperso(o)n(en), (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van [zaak 8],
A) in de periode van 17 juli 2014 tot en met 24 mei 2016 lasten heeft verdicht en/of (een) bate(n) niet heeft verantwoord en/of enig(e) goed(eren) aan de (faillissements)boedel heeft onttrokken en/of enig(e) goed(eren) om niet en/of klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een of meer goederen die in de periode van 27 augustus 2014 tot en met 30 november 2014 aan [zaak 8] zijn geleverd (8-DOC-071a, pag. 8_944 e.v.), niet aan de curator verantwoord en/of afgedragen, in elk geval buiten het bereik en/of het beheer van de curator gebracht en/of gehouden en/of onttrokken, en/of om niet en/of beneden de waarde verkocht,
en/of
B) in de periode van 17 juli 2014 tot en met 6 januari 2015 niet had voldaan aan de op hem rustende verplichting ten opzichte van het voeren van de administratie van [zaak 8] ingevolge artikel 10 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
en/of in de periode van 17 juli 2014 tot en met 6 januari 2015 niet had voldaan en/of in de periode van 6 januari 2015 tot en met 24 mei 2016 (althans tot aan de opheffing van het faillissement) niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichting ten opzichte van het bewaren van de boeken, bescheiden en gegevensdragers van [zaak 8] als bedoeld in artikel 10 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
en/of in de periode van 6 januari 2015 tot en met 24 mei 2016 (althans tot aan de opheffing van het faillissement) niet heeft voldaan aan de op [zaak 8] rustende verplichting tot het tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers als bedoeld in artikel 10, eerste lid van Boek 2 en/of artikel 15i eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
Subsidiair:
[zaak 8], welke rechtspersoon bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam d.d. 6 januari 2015 in staat van faillissement is verklaard, in of omstreeks de periode van 17 juli 2014 tot en met 24 mei 2016 te Alkmaar en/of Stompetoren en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of een of meer rechtsperso(o)n(en), (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van [zaak 8]
A) in de periode van 17 juli 2014 tot en met 24 mei 2016 lasten heeft verdicht en/of (een) bate(n) niet heeft verantwoord en/of enig(e) goed(eren) aan de (faillissements)boedel heeft onttrokken en/of enig(e) goed(eren) om niet en/of klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een of meer goederen die in de periode van 27 augustus 2014 tot en met 30 november 2014 aan [zaak 8] zijn geleverd (8-DOC-071a, pag. 8_944 e.v.), niet aan de curator verantwoord en/of afgedragen, in elk geval buiten het bereik en/of het beheer van de curator gebracht en/of gehouden en/of onttrokken, en/of om niet en/of beneden de waarde verkocht,
en/of
B) in de periode van 17 juli 2014 tot en met 6 januari 2015 niet had voldaan aan de op hem rustende verplichting ten opzichte van het voeren van de administratie van [zaak 8] ingevolge artikel 10 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
en/of in de periode van 17 juli 2014 tot en met 6 januari 2015 niet had voldaan en/of in de periode van 6 januari 2015 tot en met 24 mei 2016 (althans tot aan de opheffing van het faillissement) niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichting ten opzichte van het bewaren van de boeken, bescheiden en gegevensdragers van [zaak 8] als bedoeld in artikel 10 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
en/of in de periode van 6 januari 2015 tot en met 24 mei 2016 (althans tot aan de opheffing van het faillissement) niet heeft voldaan aan de op [zaak 8] rustende verplichting tot het tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers als bedoeld in artikel 10, eerste lid van Boek 2 en/of artikel 15i eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juli 2014 tot en met 16 oktober 2014 te Alkmaar, en/of te Amsterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte: