Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
zijn bekend met het gegeven dat de eigendom overgaat belast met een hypotheekrecht zoals omschreven in de akte tot levering van welke akte ondergetekenden een exemplaar hebben ontvangen en met de inhoud daarvan bekend zijn.
4.Standpunt van klager
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
– voorafgaand aan het passeren van de leveringsakte – samen met zijn toenmalige echtgenote een situatieschets met daarop het aangekochte perceel voor akkoord heeft ondertekend. Voorts is gebleken dat klager in het kader van de overdracht van het perceel een landmeter heeft ontvangen voor de exacte uitmeeting van het perceel. Klager heeft omstreeks een maand na het passeren van de akte van levering de nota van afrekening van de notaris voldaan vanaf een rekening op naam van een aan hem en zijn toenmalige echtgenote gelieerd bedrijf. Ten slotte is vast komen te staan dat klager en zijn ex-echtgenote op of omstreeks 29 mei 2007 een aankoopvolmacht hebben ondertekend. In de aankoopvolmacht wordt verwezen naar de akte van levering. Klager heeft destijds van de overdracht van het perceel grond ook bericht ontvangen van het kadaster. Zoals klager ter zitting in hoger beroep ook heeft erkend, wist hij dat hij op of omstreeks 15 mei 2007 samen met zijn voormalige echtgenote eigenaar was geworden van een perceel grond doordat er een leveringsakte was gepasseerd. Indien klager in 2007 geen kennis heeft genomen van de inhoud van de leveringsakte, komt dat voor zijn risico. Indien hij dat zou hebben gedaan, zou hem naar alle waarschijnlijkheid zijn opgevallen dat daarin de – op zichzelf niet onduidelijke – bepaling is opgenomen dat het verkochte is belast met een hypothecaire inschrijving van € 200 miljoen. Daarom zijn de gevolgen van het aan de notaris verweten handelen of nalaten redelijkerwijs aan te merken als bekend geworden in 2007.