ECLI:NL:GHAMS:2019:1157
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onjuiste pleegplaats in tenlastelegging
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, was aangeklaagd voor het beledigen van een ambtenaar tijdens de rechtmatige uitoefening van diens functie. De tenlastelegging betrof beledigende uitlatingen die de verdachte zou hebben gedaan op of omstreeks 7 mei 2016 in Purmerend. Tijdens de zitting op 21 maart 2019 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd, evenals de verdediging van de raadsman.
Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging een fout bevatte met betrekking tot de pleegplaats van het feit. Uit het dossier bleek dat de verdachte het feit in Zaandijk heeft gepleegd en niet in Purmerend, zoals in de tenlastelegging stond vermeld. Hierdoor oordeelde het hof dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 500 euro, met een proeftijd van twee jaren. Echter, gezien de onduidelijkheid in de tenlastelegging en de bewijsvoering, heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig tijdens de openbare zitting.