Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
I(hof: de rechtbank)
further ordered the said Defendant to pay such sum of money to the said plaintiff effective from [datum] , 2009 along with legal fees and expenses.’ De man heeft verwezen naar twee uitspraken van de rechtbank Utrecht en een van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, doch deze hebben betrekking op Iraaks respectievelijk Iraans recht en baten de man alleen al niet, omdat een nadere toelichting waarom een bruidsgave/schadevergoeding in Jordanië op gelijke wijze wordt behandeld als in Iraak/Iran ontbreekt. Voorts heeft de man een uitdraai van een website van een advocatenkantoor overgelegd, doch zonder nadere toelichting kan het hof daarin geen aanknopingspunten vinden ter ondersteuning van het standpunt van de man. Gelet op het voorgaande en de omstandigheid dat de hoogte van de bruidsgave al bij de huwelijkssluiting is bepaald, onafhankelijk van de behoefte en draagkracht van partijen bij echtscheiding, is het hof van oordeel dat de bruidsgave eerder het karakter heeft van een in beginsel eenmalig uit te voeren vermogensoverdracht dan een bijdrage in het dagelijkse levensonderhoud van de vrouw. Ten aanzien van de schadevergoeding heeft de vrouw een verklaring overgelegd van de rechtbank te Sweileh, Jordanië, waarin blijkens de Nederlandse vertaling staat dat de door de man aan de vrouw te betalen schadevergoeding geen betrekking heeft op alimentatie, ondanks dat de vergoeding wordt berekend aan de hand van de waarde van de maandelijkse alimentatie welke berekening plaatsvindt volgens de Jordaanse wetten. Daartegenover heeft de man zijn stelling dat de bruidsgave als partneralimentatie moet worden beschouwd onvoldoende onderbouwd. Naar het oordeel van het hof ontbreken concrete aanknopingspunten voor de stelling van de man dat de bruidsgave en de schadevergoeding gelijk zijn te stellen aan partneralimentatie. De man heeft overigens, gelet op het voorgaande, geen omstandigheden gesteld die nopen tot nader onderzoek door het Internationaal Juridisch Instituut, zoals de man heeft verzocht, zodat het hof aan dat verzoek voorbij zal gaan.