ECLI:NL:GHAMS:2019:111
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- T.A.M. Tijhuis
- H.A. van den Berg
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ondertoezichtstelling van minderjarige en verzoek om tijdelijke ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [kind A]. De moeder van [kind A] heeft verzocht om de vernietiging van de ondertoezichtstelling die door de rechtbank Noord-Holland was opgelegd. De moeder is van mening dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging is en dat zij in staat is om voor [kind A] te zorgen, mede met de hulp van haar moeder. De raad voor de kinderbescherming heeft echter betoogd dat de moeder onvoldoende leerbaar is en dat er risico's zijn voor de ontwikkeling van [kind A] als de ondertoezichtstelling niet wordt voortgezet. Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en dat deze gronden nog steeds bestaan. De moeder heeft moeite met het aansturen van [kind A] en er zijn zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder. De aanwezigheid van de oma in het gezin heeft de situatie verbeterd, maar het hof oordeelt dat het nog te vroeg is om de ondertoezichtstelling te beëindigen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de ondertoezichtstelling van [kind A] tot 22 mei 2019 gehandhaafd.