ECLI:NL:GHAMS:2019:1042

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
27 maart 2019
Zaaknummer
200.240.627/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de rechtsverhouding tussen ArtFX Productions B.V. en Hestex B.V. betreffende een opdracht voor het Pal Mundo Festival 2017

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ArtFX Productions B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. ArtFX had een opdracht gegeven aan Hestex B.V. voor het bouwen en plaatsen van kleedkamers voor het Pal Mundo Festival 2017. Hestex vorderde betaling van een factuur van € 12.646,13, die door ArtFX niet was voldaan. ArtFX stelde dat de overeenkomst niet met haar, maar met Grupo Esdras was aangegaan, en dat zij dus niet aansprakelijk was voor de betaling. De kantonrechter oordeelde echter dat Hestex de overeenkomst met ArtFX was aangegaan en dat ArtFX verplicht was de factuur te betalen. ArtFX ging in hoger beroep, waarbij zij betoogde dat er sprake was van een schuldoverneming door Grupo Esdras. Het hof oordeelde dat er geen bewijs was dat Grupo Esdras de schuld van ArtFX had overgenomen en dat ArtFX nog steeds aansprakelijk was voor de betaling van de factuur. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde ArtFX in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.240.627/01
zaaknummer/rolnummer rechtbank Amsterdam: 6307234 \ CV EXPL 17-21082
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 26 maart 2019
inzake
ARTFX PRODUCTIONS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
HESTEX B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.J.M. Brocatus te Apeldoorn.
Partijen worden hierna ArtFX en Hestex genoemd.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

ArtFX is bij dagvaarding van 24 mei 2018 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (verder: de kantonrechter) van 20 april 2018 (hersteld bij vonnis van 22 juni 2018), in deze zaak onder bovengenoemd zaaknummer/rolnummer gewezen tussen Hestex als eiseres en ArtFX als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord.
Ten slotte is arrest gevraagd.
ArtFX heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van Hestex zal afwijzen, met veroordeling van Hestex in de proceskosten van beide instanties, met rente.
Hestex heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen, met veroordeling van ArtFX in de proceskosten van het hoger beroep.
ArtFX heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.De feiten

De kantonrechter heeft in het vonnis waarvan beroep onder 1.1 tot en met 1.12 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Omdat die feiten tussen partijen niet in geschil zijn, zal ook het hof daarvan uitgaan.

3.De beoordeling

3.1.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Op 8 december 2016 heeft ArtFX een opdrachtbevestiging verzonden aan Hestex voor het bouwen en plaatsen van kleedkamers bij het Pal Mundo Festival 2017 (verder: de opdrachtbevestiging). Volgens de opdrachtbevestiging is het Pal Mundo Festival 2017 op 22 april 2017 in Ahoy Rotterdam het “Project”, is ArtFX (met als contactpersoon [X] ) het “Bedrijf”, is met betrekking tot de “Factuurgegevens” eveneens ArtFX (met als contactpersoon [Y] ) het “Bedrijf”, is [X] “Contactpersoon kantoor” en “Contactpersoon locatie”, is Hestex “Leverancier”, wordt verzocht de facturen te sturen naar [emailadres] , is ArtFX “[d]e partij die de financiele verplichting aangaat” en zijn “[d]e algemene leverings- en inkoopvoorwaarden” van ArtFX “op deze opdracht van toepassing.”
(ii) Bij e-mail van 27 februari 2017 heeft [A] (verder: [A] ), werkzaam bij Hestex, een factuur gestuurd aan [X] (verder: [X] ), werkzaam bij ArtFX. De factuur is gericht aan ArtFX.
(iii) Bij e-mail van 20 maart 2017 heeft [X] aan [A] het volgende geschreven:
“(…) Zou jij in de offerte de factuurgegevens willen aanpassen?
Graag zoals onderstaand, dan kunnen wij hem doorsturen naar de organisatie ter goedkeuring.
Grupo Esdras B.V.
[adres]
[postcode en plaats]
Uiteindelijke factuur mag dan naar [emailadres] (…)”.
(iv) Op 27 maart 2017 heeft [A] de aangepaste factuur, welke nu is gericht aan Grupo Esdras B.V. (verder: Grupo Esdras) per e-mail verzonden aan [emailadres] met cc aan [X] .
( v) Vervolgens heeft [X] op 31 maart 2017 het volgende bericht per e-mail aan [A] gestuurd:
“(…) He [A] ,
Dank voor de factuur, deze gaat door naar Pal Mundo zoals reeds vermeld.
Wat betreft de indeling, Pal Mundo wil graag toch het volgende;
Totaal 16 kleine kleedkamers van 4 x 4 en 2 grote van 8 x 4.
We willen dus 1 gedeelte met 10 kleine kleedkamers en 1 gedeelte met 6 kleine en 2 grote kleedkamers.
Kun je dat nog voor mij aanpassen? (…)”.
(vi) Hierop heeft [A] bij e-mail van 3 april 2017 als volgt gereageerd:
“Beste [X] ,
Hierbij de hernieuwde tekening en offerte voor de kleedkamers. (…)”
(vii) [X] heeft daarop bij e-mail van 4 april 2017 als volgt gereageerd:
“He [A] ,
Kun jij mij dan nog wel de factuur sturen met de juiste tenaamstelling?
Dan kan hij verder. (…)”.
(viii) [A] heeft vervolgens bij e-mail van dezelfde dag de factuur ter hoogte van € 12.646,13 inclusief btw aan [X] gestuurd. Deze factuur is op naam van Grupo Esdras gesteld.
(ix) Op 4 april 2017 heeft [B] , werkzaam bij Pal Mundo B.V. (verder: Pal Mundo), aan [A] met cc aan [X] de volgende e-mail gestuurd:
“(…) Beste [A] ,
Middels deze weg namens Pal Mundo akkoord op je meest actuele offerte voor Pal Mundo festival 2017. Verdere levering en planning svp afstemmen met [X] en/of [Y] van ArtFX. (…)”.
( x) Hestex heeft conform de opdracht de desbetreffende kleedkamers opgeleverd.
(xi) Grupo Esdras heeft de factuur van € 12.646,13 niet betaald. Er is beslag gelegd op de bankrekeningen van Grupo Esdras.
(xii) Op 27 juni 2017 heeft Hestex ArtFX gesommeerd om de factuur van € 12.646,13, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten ad € 901,46 en wettelijke rente ad € 296,58, te voldoen.
3.2.
Hestex heeft in eerste aanleg gevorderd, kort gezegd en voor zover thans relevant, ArtFX te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.646,13 aan hoofdsom, een bedrag van € 901,46 aan buitengerechtelijke incassokosten, een bedrag van € 218,97 aan rente tot en met 31 augustus 2017 alsmede de rente over het totaalbedrag van € 13.766,56 vanaf 1 september 2017 en, ten slotte, tot betaling van de proceskosten (met wettelijke rente). Zij heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat ArtFX haar opdracht heeft gegeven voor het bouwen en plaatsen van kleedkamers bij het Pal Mundo Festival 2017, dat Hestex deze opdracht volledig heeft uitgevoerd en dat ArtFX, die van rechtswege in verzuim is, als opdrachtgever de daarop betrekking hebbende factuur van in totaal € 12.646,13 dient te voldoen. ArtFX heeft tegen deze vordering verweer gevoerd.
3.3.
De kantonrechter heeft in het vonnis waarvan beroep overwogen, kort gezegd, dat uit de opdrachtbevestiging, afkomstig van ArtFX zelf, blijkt dat Hestex de overeenkomst van opdracht met ArtFX is aangegaan, dat deze derhalve van de aanvang af schuldenaar van Hestex is geworden, dat latere handelingen (zoals bijvoorbeeld het latere verzoek van ArtFX om de factuur op naam van Grupo Esdras te stellen) daarin geen verandering hebben gebracht en dat ArtFX derhalve verplicht is de vordering van Hestex te voldoen. Op grond van een en ander heeft de kantonrechter ArtFX veroordeeld tot betaling aan Hestex van een bedrag van € 12.646,13 aan hoofdsom (te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 september 2017), een bedrag van € 901,46 aan buitengerechtelijke incassokosten en een bedrag van € 218,97 aan rente tot en met 31 augustus 2017 alsmede de proceskosten (inclusief nakosten en wettelijke rente). Zij heeft, ten slotte, het meer of anders gevorderde afgewezen.
3.4.
Het hof ziet aanleiding om de grieven – vanwege hun onderlinge verwevenheid – gezamenlijk te behandelen. Met deze grieven betoogt ArtFX, kort gezegd, dat Hestex de overeenkomst niet met haar, maar met Grupo Esdras, is aangegaan, althans dat Grupo Esdras na het aangaan door Hestex van de overeenkomst met ArtFX op een later moment in plaats van ArtFX schuldenaar van Hestex is geworden. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
3.5.
Uit de opdrachtbevestiging, die afkomstig is van ArtFX zelf en een overeenkomst van opdracht in het leven heeft geroepen, blijkt dat Hestex de overeenkomst van opdracht met (uitsluitend) ArtFX is aangegaan. In de opdrachtbevestiging worden uitsluitend de bedrijfsgegevens en factuurgegevens van ArtFX genoemd, komt de naam Grupo Esdras op geen enkele plaats voor en wordt uitdrukkelijk vermeld dat voor het bedoelde evenement (het Pal Mundo Festival 2017) “[d]e partij die de financiele verplichting aangaat” ArtFX is, waarvan bovendien “[d]e algemene leverings- en inkoopvoorwaarden (…) op deze opdracht van toepassing” zijn. Een en ander betekent dat ArtFX van de aanvang af schuldenaar van Hestex is geworden en dat daarom de vraag aan de orde komt of Grupo Esdras na het aangaan door Hestex van de overeenkomst met ArtFX op een later moment in plaats van ArtFX schuldenaar van Hestex is geworden.
3.6.
ArtFX baseert haar stelling dat dit laatste zich heeft voorgedaan met name op het feit dat zij bij (de onder 3.1 sub (iii) genoemde) e-mail van 20 maart 2017 Hestex heeft verzocht in de offerte de factuurgegevens in die zin aan te passen dat de factuur op naam van Grupo Esdras wordt gesteld en dat Hestex aan dit verzoek heeft voldaan en de factuur naar het door ArtFX opgegeven e-mailadres van Pal Mundo heeft gestuurd. ArtFX verbindt hieraan de gevolgtrekking dat partijen aldus zijn overeengekomen dat Grupo Esdras de factuur zou
moetenvoldoen en dat aldus sprake was van een gewijzigde overeenkomst waarbij Grupo Esdras “de debiteur van de factuur is geworden.” (memorie van grieven onder 11 en 17), waarmee ArtFX kennelijk bedoelt te zeggen dat Grupo Esdras aldus ten opzichte van Hestex schuldenaar is geworden in de plaats van ArtFX. Het hof volgt ArtFX niet in dit betoog. Schuldoverneming vindt krachtens artikel 6:155 BW plaats doordat de derde (in dit geval: Grupo Esdras) de schuld van de schuldenaar (ArtFX) overneemt en heeft pas werking jegens de schuldeiser (Hestex) indien deze zijn toestemming geeft nadat partijen hem van de overneming kennis hebben gegeven. ArtFX heeft geen althans onvoldoende feiten gesteld waaruit blijkt dat Grupo Esdras de schuld van ArtFX jegens Hestex heeft overgenomen, laat staan dat ArtFX en Grupo Esdras Hestex van de overneming kennis hebben gegeven. Uit het enkele verzoek zoals (uitsluitend) ArtFX dat bij voornoemde e-mail van 20 maart 2017 aan Hestex heeft gedaan, kan noch het een, noch het ander, worden afgeleid. Het bij voornoemde e-mail van 20 maart 2017 aan Hestex gedane verzoek kan daarom redelijkerwijs slechts worden en (door Hestex) zijn begrepen als een verzoek eraan mee te werken dat de schuld van ArtFX jegens Hestex door een ander (Grupo Esdras)
konworden voldaan, een mogelijkheid waartoe de wet in artikel 6:30 lid 1 BW ruimte laat. Vaststaat dat Grupo Esdras de schuld van ArtFX jegens Hestex niet heeft voldaan, zodat Hestex ArtFX daarvoor nog steeds kan aanspreken.
3.7.
De stelling van ArtFX dat de offerte van Hestex na totstandkoming van de overeenkomst van opdracht tussen haar en Hestex op verzoek van haar is gewijzigd en dit ertoe heeft geleid dat een (latere) overeenkomst van opdracht tussen Hestex en Grupo Esdras is tot stand gekomen, wordt verworpen, reeds omdat die (gewijzigde) offerte in elk geval niet door Grupo Esdras is geaccepteerd. Zo deze (gewijzigde) ‘offerte’ al tot een nieuwe overeenkomst had kunnen leiden, geldt in elk geval dat deze bij e-mail van 3 april 2017 door Hestex aan ArtFX is toegestuurd, dat de bijbehorende (op naam van Grupo Esdras gestelde) factuur bij e-mail van dezelfde dag door Hestex eveneens aan ArtFX is toegestuurd en dat hierop (uiteindelijk) een reactie van Pal Mundo is gekomen. Daarbij tekent het hof aan dat deze reactie, gelet op de context van de e-mailwisseling tussen ArtFX en Hestex alsmede het feit dat de offerte aan ArtFX (en dus niet aan Pal Mundo) was toegestuurd, redelijkerwijs niet kan en niet moet worden begrepen als de aanvaarding door Pal Mundo van een offerte met als doel een overeenkomst tussen haar en Hestex in het leven te roepen, maar moet worden begrepen als een instemming ten opzichte van ArtFX met de tekening van Hestex en de indeling van de kleedkamers. Dit betekent dat de offerte van Hestex na totstandkoming van de overeenkomst van opdracht tussen haar en Hestex niet heeft geleid tot een nieuwe overeenkomst (ook niet tussen ArtFX en Hestex), maar slechts ertoe heeft geleid dat de inhoud van de reeds tussen ArtFX en Hestex (op 8 december 2016) gesloten overeenkomst op het punt van de indeling en omvang van de kleedkamers is aangepast.
3.8.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de grieven falen.
3.9.
ArtFX heeft geen stellingen geponeerd die, indien bewezen, tot andere oordelen dan hiervoor gegeven leiden, zodat haar bewijsaanbod – dat op zichzelf al onvoldoende is gespecificeerd – als niet ter zake dienend wordt gepasseerd.
3.10.
De slotsom luidt dat het appel faalt. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. ArtFX zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt ArtFX in de proceskosten van het geding in hoger beroep en begroot die kosten, voor zover tot heden aan de kant van Hestex gevallen, op € 1.978,= voor verschotten en op € 1.074,= voor salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, J.C.W. Rang en D.J. van der Kwaak en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2019.