Uitspraak
mr. M.E. Grootte Purmerend,
mr. E.H.J. Slagerte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding dat eerder door de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland was behandeld. De man, appellant en verzoeker in het incident, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter waarin hem was bevolen om kinderalimentatie te betalen aan de vrouw, geïntimeerde en verweerster in het incident. De vrouw had gevorderd dat het Belgische vonnis, waarin de man was veroordeeld tot betaling van kinderalimentatie, ten uitvoer zou worden gelegd bij lijfsdwang. Het hof heeft vastgesteld dat de man sinds de uitspraak van het Belgische Vredegerecht in 2013 geen betalingen heeft gedaan en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in betalingsonmacht verkeert. Het hof heeft de grieven van de man verworpen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, waarbij de man in de proceskosten is veroordeeld. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering om de man aanvullend in gijzeling te stellen voor een langere periode dan zes maanden. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.