3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) [geïntimeerde] heeft op basis van een schriftelijke huurovereenkomst met ingang van 1 juni 2011 van [appellant] de woning aan de [adres] gehuurd.
( b) [geïntimeerde] heeft [appellant] op basis van die huurovereenkomst van 1 juni 2011 tot en met september 2013 een voorschot servicekosten betaald van € 582,= per maand.
( c) Op verzoek van [geïntimeerde] heeft de huurcommissie bij op 22 oktober 2013 verzonden uitspraak van 2 oktober 2013 bepaald dat de betalingsverplichting van huurder met betrekking tot de servicekosten over de periode 1 juni 2011 tot en met 31 december 2011 € 439,83 bedraagt en over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 € 754,=, alsmede dat het voorschotbedrag servicekosten met ingang van 1 mei 2013 € 63,= per maand bedraagt. [appellant] is in de procedure voor de Huurcommissie niet verschenen. Tussen partijen staat vast dat, als deze uitspraak tot uitgangspunt wordt genomen, [geïntimeerde] [appellant] over de periode 1 juni 2011 tot en met 30 september 2013 een bedrag van € 14.535,17 te veel heeft betaald. [appellant] heeft – ondanks sommaties – geweigerd dit bedrag aan [geïntimeerde] terug te betalen.
( d) In eerste aanleg heeft [geïntimeerde] , na vermindering van eis, van [appellant] de betaling gevorderd van een bedrag van € 10.408,49 (bestaande in voormeld bedrag van € 14.535,17, verminderd met een bedrag van € 4.126,68 wegens negen maanden niet betaalde huur), alsmede van een bedrag van € 920,35 wegens buitengerechtelijke incassokosten. Na verweer van [appellant] heeft de kantonrechter de vordering toegewezen en [appellant] in de proceskosten verwezen. De kantonrechter heeft daartoe voor zover thans van belang, in rov 5 van het bestreden vonnis, overwogen:
“Vast staat dat [appellant] niet tijdig, binnen acht weken na verzending, en op de voorgeschreven wijze, door middel van een dagvaarding, bezwaar heeft gemaakt tegen de uitspraak van de Huurcommissie. Daarmee is de beslissing onherroepelijk geworden. Dat [appellant] niet op de hoogte was van de procedure bij de Huurcommissie, komt voor zijn risico. Het had immers op zijn weg gelegen om zich – tijdig – bij [geïntimeerde] c.q. bij de Huurcommissie bekend te maken en aldus ervoor te zorgen dat eventuele post hem zou bereiken.”