“
Maandag 15 mei 2017 om 14.25 uur belt [geïntimeerde] naar eigen Haard. (...) Het was een moeizaam gesprek, [geïntimeerde] spreekt zeer gebrekkig Nederlands (...)
Ik heb hem gevraagd waar hij was toen ik op 22 februari 2017 een huisbezoek aflegde op zijn woning. En wie was de vrouw met het kindje dat ik toen op zijn woning aantrof? Hij zegt dat dat vrienden van hem zijn. Zij waren bij hem op bezoek. Hij zegt dat zij ongeveer 1 a 2 maanden op zijn woning hebben verbleven. Hij was toen zelf in België en in Duitsland op zoek naar werk.
Ik heb hem gevraagd waar hij was toen ik op 4 april 2017 een huisbezoek aflegde op zijn woning. Hij zegt dat hij toen weer in België en in Duitsland was.
Ik heb hem gevraagd waarom hij niet heeft gereageerd op mijn uitnodiging voor een gesprek op 12 april 2017. Hij zegt dat hij toen weer in België was en daarna in Duitsland. Hij is daar op zoek naar werk. Het lukt hem niet om in Nederland een baan te vinden. Hij was toen ongeveer 3 á 4 weken niet op zijn woning geweest.
Om dezelfde redenen heeft hij ook niet gereageerd op mijn uitnodiging voor een gesprek op 20 april 2017. (...) Hij is afgelopen donderdag, 11 mei 2017 weer terug gekomen op zijn woning. (...)
Ik heb hem gevraagd of wij een bezoek aan zijn woning mogen brengen. Dat was goed. (...)
Wat mij gelijk bij binnenkomst opvalt is dat de woning zeer kaal is. Er staat een bank in de woonkamer, een salontafel en een kastje tegen de muur. Ik zie geen radio of tv, geen planten, boeken, tijdschriften of andere persoonlijke goederen. Er staat een eettafel en daar liggen wat enveloppen op.
(...)
De keuken maakt ook een lege indruk. Er staat wel een koelkast en een gasfornuis. Op de grond ligt een opengeslagen zwarte koffer. Ik vraag hem om de koelkast te openen. Daar liggen maar een paar dingetjes in waaronder een brood. Op mijn verzoek opent hij de keukenkastjes boven het aanrecht. Daar staat wat serviesgoed in, kopjes en borden maar niet veel. Hij opent de kastjes onder het aanrecht en ik zie daar geen één pan. (...)
Wij lopen naar de (enige) slaapkamer, daar staat een opgemaakt tweepersoonsbed en verder helemaal niets. Ik vraag hem waar hij zijn kleding bewaar[t]. Hij loopt naar de gang en opent een van de kasten in de gang. (...) Ik zie daar verder geen herenkleding. Ik zie ook geen handdoeken of theedoeken of beddengoed.
(...)
Wij hebben de badkamer gezien. Het valt mij op dat ik geen scheergerei zie in de badkamer. [geïntimeerde] loopt naar de koffer die in de keuken op de grond ligt en haalt daar een etui met een scheerapparaat uit. In de badkamer staat een wasmachine maar ik zie geen handdoeken, washandjes oid.
De woning maakt op mij een indruk alsof er net mensen verhuisd zijn en alleen het hoognodige is achtergebleven. Helaas mocht ik bij mijn eerdere huisbezoeken op 22 februari 20[1]7 en 4 april 2017 niet binnen komen dus ik kan niet vergelijken (...)”