ECLI:NL:GHAMS:2018:614
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een gerechtsdeurwaarder met betrekking tot betalingsregeling en incassoprocedure
In deze zaak heeft klager op 14 september 2017 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, die op 8 september 2017 de klacht van klager tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond heeft verklaard. Klager stelt dat hij het verschuldigde bedrag in termijnen heeft betaald volgens een afspraak met de gerechtsdeurwaarder, maar dat hij ten onrechte een hoger bedrag moet betalen. Het hof heeft de klacht van klager ongegrond verklaard en hem niet-ontvankelijk verklaard in de nieuw aangevoerde klacht in hoger beroep. De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 11 januari 2018, waar zowel klager als de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.
Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van het geding en de feiten zoals vastgesteld door de kamer. De gerechtsdeurwaarder heeft klager op 13 april 2016 tot betaling gesommeerd, waarna een dagvaarding is uitgebracht. Klager heeft een betalingsregeling voorgesteld, maar het hof oordeelt dat er geen formele overeenkomst is gesloten over deze regeling. Klager heeft wel betalingen gedaan, maar deze waren niet in overeenstemming met een goedgekeurde regeling. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart de klacht ongegrond, omdat klager niet heeft aangetoond dat er een betalingsregeling was die door de gerechtsdeurwaarder was bevestigd.