3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. Sira Bouw houdt zich bezig met renoveren, verbouwen en onderhouden van
onroerende zaken.
b. Naarden Vastgoed was eigenaar van het appartementsrecht rechtgevende op het gebruik van de woning aan de [ adres 1] (hierna: de woning).
c. Omstreeks 18 mei 2015 hebben Sira Bouw en Naarden Vastgoed een
aanneemovereenkomst gesloten voor renovatiewerkzaamheden aan de woning. Daarin is onder meer bepaald:
“• Aannemer controleert zelfstandig maatvoering in tekening en overlegt
met opdrachtgever over eventueel noodzakelijke afwijkingen van tekening. Zowel het bestek als de tekening geven aan welke werkzaamheden dienen te gebeuren.
• De gehele verbouwing en het eindresultaat dienen aan het bouwbesluit te voldoen,
hiervoor is de aannemer verantwoordelijk (constructeur). (...)
• Er zijn 2 oplevermomenten:
1. Aan opdrachtgever.
2. Aan (toekomstige) bewoner van de woning (...)
De voor het totale werk overeengekomen prijs [ ... ] bedraagt: € 122.080,-- [...]
Betalingsafspraken:
10 termijnen
(...)
8e termijn = 10 % van de aanneemsom evenredig aan de geleverde werkzaamheden
9e termijn = 5 %
10e termijn = 5 % 1 maand nadat de appartementen in gebruik zijn genomen.
Aanvang werkzaamheden
13 mei 2015
Opleveringsdatum
1 juli 2015"
d. Op 15 mei 2015 hebben Sira Bouw en Naarden Vastgoed het bestek ten aanzien van de bouwwerkzaamheden voor de woning getekend. Naarden Vastgoed heeft Sira Bouw de bouwtekeningen verstrekt die ten grondslag hebben gelegen aan het vergunningsverzoek.
e. Op 22 juni 2015 heeft de door Naarden Vastgoed ingeschakelde architect, [X]
(hierna: [X] ), aan Sira Bouw en [Y] (van Naarden Vastgoed) gemaild:
"Bijgaand de tekening zoals akkoord door welstand (mondeling).
Let op dat dus het stuk onder dakkapel schuin dak moet worden (rechts), dakkapel staat nu in goot en is afgekeurd.
Komt er op neer dat dus het kozijn naar binnen geplaatst moet worden."
In de e-mail is een tekening van de dakkapel opgenomen.
f. Eveneens op 22 juni 2015, na voormelde e-mail, heeft Sira Bouw gemaild aan [X] :
"Rechter dakkapel rust op balk laag binnen, wij zijn niet met dakkapel de goot ingegaan, brede van goot is ongewijzigd gebleven."
g. Op 23 juni 2015 heeft [Y] aan Sira Bouw en [X] gemaild:
"Gaarne met [X] ter plekke afspreken om problemen mogelijk voor te zijn, nu kan het nog straks niet meer."
Sira Bouw heeft de dakkapel niet aangepast.
h. Op 13 juli 2015, kort voor de bouwvakantie, heeft Sira Bouw aan Naarden Vastgoed meegedeeld dat zij haar werkzaamheden gereed achtte.
i. Sira Bouw heeft vervolgens de laatste drie betaaltermijnen uit de aanneemovereenkomst aan Naarden Vastgoed gefactureerd: eerst op 21 juli 2015 de termijnen 8 en 9 ad in totaal € 18.312,00 en daarna op 1 augustus 2015 termijn 10 ad € 4.578,00. Naarden Vastgoed heeft deze facturen onbetaald gelaten.
j. Kort na de bouwvakantie, op 24 augustus 2015, heeft een vooroplevering plaatsgevonden. [X] was hierbij niet aanwezig. Sira Bouw heeft in een e-mail van 25 augustus 2015 een aantal nog uit te voeren of te herstellen punten genoemd.
k. Op 11 augustus 2015 heeft de Vereniging van Eigenaren [adres 2] (hierna: de VvE) een bezwaarschrift (hierna: het bezwaarschrift) ingediend tegen de door de gemeente verleende vergunning voor de woning. Op 31 augustus 2015 zijn de gronden van het bezwaarschrift aangevuld. Een van de bezwaren is dat de dakkapel niet voldoet aan de eisen die in de bouwvergunning worden gesteld: de dakkapel loopt volledig door tot op de dakgoot en komt bovendien uit boven de knik van de mansardekap.
l. Op 1 september 2015 heeft Naarden Vastgoed aan Sira Bouw onder meer gemaild:
"Deze tekening heb je van ons gehad voor de dakkapellen,er loopt een bezwaar van [adres 3] (VVe) zodra ik de inhoud hiervan heb kom ik bij je en ga ik direct naar deze mensen toe om het op te lossen.
Als ik er uit kom niks aan de hand,krijg je direct je geld,mocht het veranderd moeten worden,dan is er een probleem,maar zal er alles aan doen om dit te voorkomen voor ons beide.
Verder ontbreken er in beide toiletruimtes de borstelhouder en toilet rolhouder,gaarne deze nog aanbrengen (...)"
m. Sira Bouw heeft op 1 september 2015 per e-mail aan Naarden Vastgoed geantwoord:
"Ik voel mij niet verantwoordelijk voor het werk dakkapel,naar dat wij de dakkapel geplaatst hadden en op veel latere stadium is de architect langs gekomen. Als de dakkapel niet goed was had jij als opdracht gever moeten ingrijpen, (wat niet is gebeurd)
En niet na dat ik het werk opgeleverd en mijn facturen betaald wil hebben.
Ik ga er van uit dat mijn facturen uiterlijk aanstaande vrijdag op mijn rekening staat."
o. Op 14 september 2015 heeft [Y] aan Sira Bouw onder meer gemaild:
"Hoor zo meteen over bezwaar dakkapel,wij denken dat het er vanaf is,zo ja betaal ik gelijk de factuur aan je."
p. De advocaat van Sira Bouw heeft Naarden Vastgoed bij brief van
16 september 2015 gesommeerd om het openstaande bedrag te betalen.
Over de reden van Naarden Vastgoed om niet tot betaling over te gaan heeft hij het volgende geschreven:
"In uw e-mail van 14 september jl. schrijft u (…) dat u onmiddellijk tot betaling zult overgaan, mits er geen bezwaarschrift door de buren wordt ingediend. Uiteindelijk bent u niet tot betaling overgegaan met als reden dat er toch een bezwaarschrift is ingediend. Het bezwaar richt zich slechts voor een klein deel tot de bestaande dakkapel die door cliënte is uitgebreid. Deze zou niet voldoen aan de daaraan in de vergunning gestelde eisen, omdat deze tot de dakgoot zou doorlopen. (…) Cliënte heeft de werkzaamheden verricht conform de door u verstrekte opdracht en tekeningen en is reeds op voorhand duidelijk dat het bezwaar geen doel zal treffen, althans dat cliënte in dezen geen verwijt treft. De werkzaamheden zijn tijdig en naar behoren verricht, zodat cliënte aan alle verplichtingen uit hoofde van de aanneemovereenkomst heeft voldaan."
q. Naarden Vastgoed heeft diezelfde dag per e-mail het volgende aan de advocaat van Sira Bouw bericht:
"Bijgaand bestaand gaarne openen,dan kunt u zien dat er bezwaar is gemaakt op de wijze van bouwen door Sirabouw, niet conform vergunning.
(…)
De Hr [Z] (
van Sira Bouw, hof) is hier van op de hoogte, zolaang deze procedure niet is afgerond kan ik ook geen betaling doen,daar mogelijk de schade voor wijziging hoger zal gaan uitvallen dan de openstaande facturen (…)"
De advocaat van Sira Bouw heeft daarop per e-mail van dezelfde dag geantwoord dat Sira Bouw van mening is dat het bezwaarschrift aan de opeisbaarheid van haar vordering niet in de weg staat en dat Naarden Vastgoed, nu zij aangeeft niet tot betaling over te zullen gaan, op grond van artikel 6:83 aanhef en sub c BW in verzuim is. Naarden Vastgoed heeft hierop in een tweede mail van 16 september 2015 als volgt gereageerd:
"Uw partij heeft iets uitgevoerd dat niet mocht blijkbaar op deze wijze,wij zullen hem daarom per heden hiervoor aansprakelijk stellen schriftelijk,zodat wij een tegenclaim op papier hebben.
Hoe groot deze gaat uitvallen is nog niet te bepalen,deze is afhankelijk van de offerte van deze aannemer."
r. Sira Bouw heeft op 16 oktober 2015 conservatoir beslag gelegd op de woning. Ter opheffing van dat beslag heeft Naarden Vastgoed een bankgarantie doen stellen voor een bedrag van € 29.757,00. De kosten voor de bankgarantie bedragen € 75,00 aan eenmalige provisie en 1% op jaarbasis van het gegarandeerde bedrag, derhalve voor het eerste jaar in totaal € 372,57.
s. Sira Bouw heeft Naarden Vastgoed op 29 oktober 2015 gedagvaard en betaling van het openstaande bedrag van € 22.890,00 gevorderd, met wettelijke rente vanaf de vervaldata van de onbetaald gebleven facturen, de kosten van het conservatoir beslag en buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.214,72 inclusief BTW. Sira Bouw heeft in haar dagvaarding vermeld dat Naarden Vastgoed betaling opschortte in afwachting van de bezwaarschriftprocedure, dat daarin wordt aangevoerd dat de dakkapel niet voldoet omdat deze doorloopt tot op de dakgoot, dat Sira Bouw het werk conform opdracht van Naarden Vastgoed heeft verricht, dat Naarden Vastgoed daarover tijdens de uitvoering en net vóór het opleveren ook nimmer heeft geklaagd en dat het feit dat er mogelijk strijd is met verleende vergunningen niet voor haar rekening komt.
t. Naarden Vastgoed heeft geprobeerd om overeenstemming te bereiken met de VvE. Daarnaast heeft zij ter legalisering van de bestaande situatie een nieuw vergunningsverzoek bij de gemeente ingediend. Op 5 november 2015 heeft zij het volgende aan Sira Bouw gemaild:
"Gistermorgen een goed gesprek gehad met de bewoners voor de 2e keer over het dakkapel (…).
Punt voor hun blijft dat dakkapel te diep in de goot staat,maar bij akkoord alle VVE leden de zaak geseponeerd kan worden en de Gemeente niet handhaaft. (…)"
u. Naarden Vastgoed heeft bij conclusie van antwoord in conventie van
22 januari 2016 onder meer aangevoerd dat zij zich beroept op opschorting omdat Sira Bouw haar werkzaamheden niet deugdelijk heeft uitgevoerd, aangezien de dakkapel van de woning in de dakgoot is geplaatst en deze tevens uitsteekt boven de knik van de mansardekap van de woning. Daarnaast heeft zij er op gewezen dat de 10e termijn pas één maand nadat de appartementen in gebruik zijn genomen opeisbaar is.
In reconventie heeft Naarden Vastgoed gevorderd (verkort weergegeven) dat Sira Bouw wordt veroordeeld om in het geval de bestaande uitvoering van de dakkapel niet vóór 22 juni 2016 door het verlenen van een onherroepelijke vergunning vergund zal zijn, die dakkapel alsnog conform de bouwtekening uit te voeren.
v. Naarden Vastgoed heeft in maart 2016 voor het verlagen van de boven de knik van de mansardekap uitstekende dakkapel een offerte aangevraagd bij Verbouwexpert. Verbouwexpert heeft hiervoor een bedrag van € 17.079,84, inclusief BTW geoffreerd en de werkzaamheden in opdracht van Naarden Vastgoed uitgevoerd. De kosten hiervoor hebben uiteindelijk € 18.375,76 bedragen.
w. De woning is door Naarden Vastgoed verkocht en op 22 april 2016 geleverd. Naarden Vastgoed heeft in dat kader vervangende zekerheid gesteld voor het conservatoir beslag in de vorm van een bankgarantie.
x. Sira Bouw heeft op 12 mei 2016 een conclusie van antwoord in reconventie genomen. Zij heeft onder meer aangevoerd dat Naarden Vastgoed niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen omdat zij inmiddels geen eigenaar meer is van de woning.
y. Naarden Vastgoed heeft haar reconventionele vordering bij akte van (eveneens) 12 mei 2016 gewijzigd in die zin dat zij in plaats van voorwaardelijke nakoming, schadevergoeding van Sira Bouw vordert, te weten € 17.079,84 voor het wijzigen van de dakopbouw door Verbouwexpert en
€ 372,57 voor het stellen van een bankgarantie. Naarden Vastgoed heeft aangevoerd dat, gezien het standpunt van Sira Bouw, niet verwacht kon worden dat Sira Bouw de noodzakelijke werkzaamheden alsnog zou gaan uitvoeren en dat van haar (Naarden Vastgoed) niet verlangd kon worden dat zij nog langer met het wijzigen van de opbouw zou wachten, nu dit noodzakelijk was voor de levering van de verkochte woning.
z. Tijdens de comparitie in eerste aanleg op 12 mei 2016 is gebleken dat Naarden Vastgoed op 10 februari 2016 alsnog een vergunning heeft gekregen voor de plaatsing van de dakkapel in de goot en is vastgesteld dat zij zich met betrekking tot de facturen van Sira Bouw alleen nog maar beroept op verrekening met haar reconventionele schadevordering.