Uitspraak
mr. P.N. Ploegeren
mr. R.M. Hermans, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. A.F.J.A. Leijten,
mr. J.B.S. Hijinken
mr. M.J. Ubbens, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster sub 1 met OM-Handels;
- verzoekster sub 2 met MW Holding;
- verzoeksters sub 1 en 2 gezamenlijk met OM-Handels c.s.;
- verweerster met Steinhoff;
- LiVest GmbH met LiVest;
- POCO Einrichtungsmärkte GmbH met POCO;
- Stichting Autoriteit Financiële Markten met AFM.
Worstelend Steinhoff trekt jaarrekening 2016 in” alsmede van het persbericht van diezelfde datum van Steinhoff met de kop “
Steinhoff Restatement Of Consolidated Financial Statements”. In dat persbericht heeft Steinhoff onder meer verklaard dat: (…)
based on section 2:362 (6) of the Dutch Civil Code, the 2016 consolidated financial statements will need to be restated and can no longer be relied upon”. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of de in die berichten opgenomen informatie consequenties heeft voor het verdere verloop van de procedure, en zo ja, welke.
Door middel van het Persbericht heeft Steinhoff de jaarrekening 2015/2016 echter ingetrokken (een zogenoemde désaveuverklaring als bedoeld in art. 2:362 lid 6 BW)” en zich – kort samengevat – primair op het standpunt gesteld dat de Jaarrekening niet meer bestaat, zodat het verzoek van OM-Handels c.s. bij gebrek aan feitelijke grondslag moet worden afgewezen; subsidiair heeft zij verzocht de procedure aan te houden in afwachting van het opmaken en publiceren van een nieuwe jaarrekening over 2015/2016.
2.De feiten
retailconcernop het gebied van huishoudartikelen, meubels en algemene handelswaren. Als zodanig is zij in de plaats getreden van Steinhoff International Holdings Ltd, wier volledige geplaatste aandelenkapitaal zij per 7 december 2015 heeft verworven tegen uitgifte van eigen aandelen; de Ondernemingskamer zal hierna de aanduiding Steinhoff ook hanteren voor dit voormalige concernhoofd. Het concern telt circa 130.000 werknemers en is actief in meer dan 30 landen. Steinhoff is statutair gevestigd in Amsterdam en heeft noteringen aan de Frankfurt Stock Exchange (hierna: FSE) en aan de Johannesburg Stock Exchange (hierna: JSE). Zij is een effecten uitgevende instelling als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht en onderworpen aan toezicht door de AFM. Aan de wieg van het concern stond Bruno Steinhoff, die de onderneming in 1964 in Duitsland is gestart. [A] (hierna: [A] ) was ten tijde van de mondelinge behandeling de CEO van Steinhoff.
Aufsichtsrat). Daarvan maken deel uit [B] en [F] (hierna: [F] ), die tevens CFO van Steinhoff Europe en bestuurder van LiVest is. In de raad van commissarissen van POCO is [F] de opvolger van [C] , die tot 5 maart 2017 voorzitter was van die raad.
Geschäftsführung) is op grond van artikel 5.6 van de statuten van POCO (hierna: Statuten) bevoegd ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot de normale bedrijfsvoering. Ten aanzien van bepaalde, in artikel 8.2 Statuten limitatief opgesomde aangelegenheden, is die bestuursbevoegdheid onderworpen aan voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen (artikel 5.4 Statuten). Het bestuur is niet bevoegd ten aanzien van de in de artikelen 9.5 en 9.6 Statuten opgesomde aangelegenheden; daarvoor schrijven de Statuten een besluit voor van de algemene vergadering (
Gesellschafterversammlung).
Der Aufsichtsrat (…) kann jederzeit eine Geschäftsordnung für die Geschäftsführung erlassen und dabei auch die Geschäftsverteilung ändern oder neu festlegen”.
Über Meinungsverschiedenheiten zwischen den Geschäftsführern im operativen Geschäftsbetrieb entscheidet der Aufsichtsrat vertreten durch [C] als Vorsitzenden. (…)”
Der Bestimmung der Gesellschafter unterliegen insbesondere:(…)
h) die Bestellung, Abberufung, Entlastung von Geschäftsführern(…)”, tenzij de algemene vergadering ter zake een machtiging heeft verleend aan de raad van commissarissen op de voet van artikel 8.1 Statuten: “
Der Aufsichtsrat berät und überwacht die Geschäftsführung. Durch Gesellschafterbeschluss kann er darüber hinaus ermächtigt werden(…)
Geschäftsführer zu bestellen und abzuberufen”.
sowie die D.OM. verpflichtet sich in diesem Fall, auf Verlangen des jeweils anderen Gesellschafters an der Abberufung der bisherigen Geschäftsführer und der Bestellung der von dem anderen Gesellschafter benannten Geschäftsführer mitzuwirken, insbesondere bei der Fassung entsprechender Gesellschafterbeschlüsse. Sofern [C] nicht mehr mittelbar oder unmittelbar an der POCO Holding beteiligt ist oder nicht mehr Mitglied des Aufsichtsrates ist, erlöschen die Ernennungsrechte nach diesem Abs.2, spätestens jedoch mit Vollendung seines 74. Lebensjahres”.
wenn ein Gesellschafter seine Gesellschafterpflichten grob verletzt
In the event that the contractual parties cannot reach agreement on any matter relating to the operation of POCO Invest GmbH the parties agree that PIH shall have a casting vote at a meeting of shareholders and/or of the Board of Directors of Poco Invest GmbH, irrespective of being shareholder at that time”.
Die Steinhoff Gruppe und ich haben vereinbart, dass der Steinhoff Gruppe eine Letztentscheidungsbefugnis zusteht im Hinblick auf alle Entscheidungen, die den Geschäftsbetrieb der LiVest GmbH betreffen, einschließlich der Ausübung ihrer Gesellschafterrechte bei POCO. Diese Vereinbarung gilt seit dem 12. Juli 2007 und wurde in einem Vertrag mit Datum vom 16. Juni 2008 schriftlich fixiert. Da die Steinhoff Gruppe dementsprechend die Kontrolle über LiVest ausübte, hatten wir das ausdrückliche mündliche Verständnis, dass ich meine Letztentscheidungsbefugnis bei POCO(…)
nur in Abstimmung und auf Anweisung der Steinhoff Gruppe ausüben würde.”
non controlling interest).
discount” en bepaalde buitenlandse activiteiten, heeft hij geschreven: “
Moreover I will (…) act as investor in the furniture business. This is why I also exercised my option at Poco where I have only little to say, similar to the way it is at Conforama.” Steinhoff en [B] hebben sinds 2007 beiden een (economisch) belang in de Franse vennootschap Conforama S.A. (hierna: Conforama), die eveneens een omvangrijke meubelwinkelketen in stand houdt. Ten tijde van het versturen van vermelde e-mail hield [B] een belang van 23,6% in Conforama; Steinhoff het gehele resterende belang. Tussen Steinhoff en [B] was in principe afgesproken dat ieder van hen voor 50% zou participeren in Conforama, maar na het sluiten van die overeenkomsten bleek de benodigde investering aanzienlijk groter en zijn partijen deze andere verdeling overeengekomen..
know howvan POCO, onder meer doordat Steinhoff POCO-winkels in Zuid-Afrika en Australië had geopend.
Wir werden hinsichtlich der Tagesordnungspunkte 7a, 7b sowie 8a und 8b der als Anlage beigefügten Tagesordnung zur Gesellschafterversammlung der POCO Einrichtungsmärkte GmbH am 14. April 2015 vor einer rechtskräftigen Entscheidung über die dort genannten Gesellschafterbeschlüsse bzw. einer anderweitigen rechtskräftigen Entscheidung betreffend solcher Umsetzungsmaβnahmen keine Maßnahme der Umsetzung vornehmen und insbesondere keine geänderte Liste der Gesellschafter zum Handelsregister einreichen”.
Kammer für Handelssachenvan het
Landesgericht Dortmunden – kort gezegd – gevorderd dat het besluit van de algemene vergadering van POCO tot inkoop van de aandelen van OM-Handels nietig dan wel ongeldig wordt verklaard en het besluit tot inkoop van de aandelen van LiVest alsnog wordt aangenomen (hierna: de Dortmund Procedure). Het bestuur van POCO heeft verweer gevoerd tegen toewijzing van deze vorderingen.
“Der Beschluss der Gesellschafter über die Einziehung der von der OM-Handels GmbH an der POCO (…) gehaltenen Geschäftsanteile vom 14. April 2015 unterliegt momentan der gerichtlichen Uberprüfung beim Landesgericht Dortmund. Der Beschluss wird erst mit Abschluss des gerichtlichen Verfahrens bestandskräftig bzw. aufgehoben. Dementsprechend behandelt die Geschäftsführung der POCO (…) die OM-Handels GmbH bis zu gerichtlichen Klärung weiterhin als Gesellschafter.”
Redemption of shares held by the Former JV Partner” over de inkoop van de door OM-Handels in POCO gehouden aandelen opgenomen dat “ (…)
the Redemption has not yet been implemented”.
The company financial statements give a true and fair view of the financial position of Steinhoff International Holdings N.V. as at 30 September 2016, and of its results for the 15 months period then ended in accordance with Part 9 of Book 2 of the Dutch Civil Code”.
Judgements and estimatesvan de geconsolideerde jaarrekening is onder het hoofd
Contingent liabilitieshet volgende vermeld:
Management applies its judgement to the fact patterns and advice it receives from its attorneys, advocates and other advisors in assessing whether an obligation is probable, more likely than not, or remote. This judgement application is used to determine whether the obligation is recognised as a liability or disclosed as a contingent liability”.
Notes to the Annual Financial Statementsvan de geconsolideerde jaarrekening is in noot 27.5, voor zover van belang, de volgende passage opgenomen:
Contingent liabilities
3.De gronden van de beslissing
controlheeft over die deelneming in de zin van IFRS 10.7 en die deelneming dientengevolge onder IFRS 10 en Appendix A als
subsidiarykwalificeert. POCO kwalificeert echter niet als
subsidiarynu Steinhoff noch juridisch noch feitelijk
controluitoefent over POCO.
controluitoefenen over POCO omdat POCO een zuivere 50/50% joint-venture is. OM-Handels en LiVest controleren POCO dan ook slechts gezamenlijk, als bedoeld in IFRS 10.9. De bevoegdheden van het bestuur zijn beperkt omdat (i) POCO een Duitse GmbH is waarin de aandeelhouders – en niet het bestuur – leidend zijn en (ii) het bestuur voor de uitoefening van alle belangrijke bevoegdheden toestemming nodig heeft van de raad van commissarissen. Gelet hierop is het op grond van de Participatie-overeenkomst aan [C] toekomende recht met betrekking tot benoeming en ontslag van bestuurders weinig relevant, nog afgezien van het feit dat deze bevoegdheid naar Duits recht rechtens niet afdwingbaar is omdat deze niet in de statuten maar in een nevenovereenkomst is opgenomen. Het recht is (dan) ook nooit feitelijk uitgeoefend. Alle belangrijke beslissingen zijn dus voorbehouden aan de algemene vergadering of de raad van commissarissen. In deze organen konden besluiten slechts unaniem worden genomen omdat geen van de twee aandeelhouders een doorslaggevende stem had. In de algemene vergadering had Steinhoff geen doorslaggevende stem omdat zij slechts 50% van de aandelen in POCO had; het op 14 april 2015 genomen besluit tot inkoop van de door OM-Handels in POCO gehouden aandelen is nietig ( [C] heeft misbruik gemaakt van zijn rol als voorzitter) en dat besluit heeft geen voorlopige werking. In die zin zijn de tussen [C] en Steinhoff bestaande afspraken over uitoefening van aandeelhoudersrechten in POCO dan ook weinig relevant. Wat de raad van commissarissen betreft, geldt dat deze weliswaar door [C] werd vertegenwoordigd, maar hem kwam in die raad geen doorslaggevende stem toe.
controlover POCO uitoefent of kan uitoefenen. Op grond van IFRS 10.B22 mogen bij het vaststellen van
controlalleen
substantive rightsworden meegenomen, waarbij een recht
substantiveis indien de gerechtigde de praktische mogelijkheid heeft om het recht uit te oefenen. De
governancevan POCO is na de algemene vergadering van 14 april 2015 ongewijzigd gebleven. Op 8 april 2015 hebben de bestuurders een neutraliteitsverklaring afgelegd waarin zij hebben verklaard zich te zullen onthouden van maatregelen ter implementatie van een op de algemene vergadering van 14 april 2015 te nemen besluit tot inkoop van aandelen, zulks in afwachting van een onherroepelijk rechterlijk oordeel daarover. Tot op heden hebben de bestuurders deze toezegging ook in acht genomen en behandelen zij LiVest en OM-Handels als gezamenlijke 50% aandeelhouders. Dat blijkt uit het FSE-prospectus, het aandeelhoudersregister en het feit dat aandeelhoudersbesluiten waar OM-Handels tegen heeft gestemd niet zijn uitgevoerd. Ook ontvangt OM-Handels nog altijd dividend van POCO. De neutraliteitsverklaring is ook in het jaarverslag van POCO opgenomen.
Contingent liabilitieseen cryptische omschrijving die niet op POCO/de Dortmund Procedure terug te voeren is. De Jaarrekening voldoet daarmee niet aan IAS 37.86 en laat de onzekerheden rondom de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen bij POCO in het duister, zodat gebruikers van de Jaarrekening niet op de hoogte zijn van de werkelijke situatie en de daarmee verbonden (financiële) risico’s voor Steinhoff.
joint venture partnervan (een groepsmaatschappij van) Steinhoff (LiVest) inzake POCO, specifiek en concreet nadeel ondervinden van de onjuiste wijze waarop Steinhoff in haar Jaarrekening POCO heeft verantwoord. Zij stellen in dit verband dat als gevolg van het feit dat Steinhoff miskent dat zij een 50% aandeel houden in POCO, afbreuk wordt gedaan aan hun aanzien bij onder andere klanten, leveranciers en financiers.
subsidiarywaarover zij
controlheeft, zonder vermelding van een
non controlling interestvan derden, dat zij een bedrag gelijk aan de waarde in het economische verkeer van het 50%-belang van OM-Handels in POCO in haar geconsolideerde jaarrekening heeft opgenomen als
liabilityen dat zij in de enkelvoudige jaarrekening haar (indirecte) deelneming in POCO heeft verantwoord als een (indirecte) 100% deelneming.
non controlling interestvoor het 50%-belang van OM-Handels c.s. in POCO. Niet gesteld of gebleken is dat van de zijde van OM-Handels c.s., voorafgaand aan het ontstaan van de onenigheid tussen [B] en Steinhoff, ooit bedenkingen tegen die handelwijze van Steinhoff zijn geuit.
non controlling interest– het vermogen en de resultaten van POCO ‘mee te consolideren’.
controlhad over POCO, waaruit dan (bij bevestigende beantwoording) volgt dat zij POCO in haar geconsolideerde jaarrekening moest consolideren onder vermelding van het
non controlling interestvan OM-Handels in POCO.
“(…)
an investor controls an investee if and only if the investor has all the following:
and
a)
n investor has power over an investee when the investor has existing rights that give it the current ability to direct the relevant activities, i.e. the activities that significantly affect the investee’s returns”.
a)
n investor is exposed, or has rights, to variable returns from its involvement with the investee when the investor’s returns from its involvement have the potential to vary as a result of the investee’s performance”.
a)
n investor controls an investee if the investor not only has power over the investee and exposure or rights to variable returns from its involvements with the investee, but also has the ability to use its power to affect the investor’s returns from its involvement with the investee”.
agentfungeert. In IFRS 10.B58 is onder meer het volgende vermeld: “
An agent is a party primarily engaged to act on behalf and for the benefit of another party or parties (the principal(s)) and therefore does not control the investee when it exercises its decision-making authority.”
Two or more investors collectively control an investee when they must act together to direct the relevant activities. In such cases, because no investor can direct the activities without the co-operation of the others, no investor individually controls the investee. Each investor would account for its interest in the investee in accordance with the relevant IFRS’s, such as(…)
IFRS 11 Joint Arrangements(…)”.
controlheeft over LiVest. De Ondernemingskamer acht voorts – als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende gemotiveerd weersproken – aannemelijk dat tussen Steinhoff en [C] afspraken zijn gemaakt die ertoe strekten dat [C] zijn bevoegdheden binnen POCO uitsluitend zou uitoefenen na overleg met en op instructie van Steinhoff. Hieruit volgt dat het bestuur van Steinhoff [C] mocht beschouwen als haar
agentin de zin van IFRS 10.B58.
governancevan POCO zoals die tot uitdrukking komt in haar Statuten en in de Participatie-overeenkomst. Hoewel de desbetreffende regelingen, ook in hun onderlinge samenhang bezien, bepaald niet uitblinken door eenduidigheid en consistentie, maakt de Ondernemingskamer daaruit toch op dat [C] binnen die
governanceeen dermate dominerende positie innam dat hij het in zijn macht had doorlopend de voor het winstpotentieel van POCO relevante activiteiten te sturen. De Ondernemingskamer baseert dat oordeel met name op de bevoegdheden die [C] ontleende aan paragraaf 16 lid 2 en lid 3 Participatie-overeenkomst. Wat paragraaf 16 lid 2 betreft acht de Ondernemingskamer het, anders dan OM-Handels c.s. verdedigen, niet aannemelijk dat bedoeld zou zijn dat [C] de daarin vastgelegde bevoegdheid om ingeval van onenigheid binnen het bestuur namens de
Aufsichtsrateen bindende instructie te geven, uitsluitend zou kunnen uitoefenen op basis van unanimiteit binnen de
Aufsichtsrat, mede gelet op de samenstelling van de
Aufsichtsrat. Die door OM-Handels c.s. verdedigde interpretatie laat zich bovendien moeilijk rijmen met de in paragraaf 16 lid 3 aan [C] toegekende bevoegdheid om bij onenigheid daaromtrent tussen de aandeelhouders, te beslissen over benoeming en ontslag van bestuurders. Daaraan doet niet af dat onder bepaalde omstandigheden – kort gezegd: een te kort schietende
performancevan POCO – dit beslissingsrecht naar [B] verschuift. Nu die omstandigheden zich nimmer hebben voorgedaan, is dit recht niet aan [C] komen te ontvallen.
Bundesgerichtshofaf dat een
decisive voteeen rechtsgeldige basis kan vinden in een aandeelhoudersovereenkomst en merkt in dit verband voorts op dat dr. Schmidt (Haunhoff/Schmidt) een door hem aan het bestuur van POCO afgegeven opinie waarop OM-Handels c.s. zich in dit verband hebben beroepen, na betwisting door (een Duitse adviseur van) Steinhoff, heeft ingetrokken.
powerheeft over POCO. Op grond van de onderlinge afspraken tussen [C] en Steinhoff moet er immers van worden uitgegaan dat [C] (ook) dit persoonlijke recht uitoefende op instructie van Steinhoff, terwijl vaststaat dat [C] gedurende het volledige verlengde boekjaar de functie van voorzitter van de raad van commissarissen uitoefende en er dus aan dit persoonlijke recht jegens OM-Handels nog geen einde was gekomen.
Gesellschafterversammlungligt, acht de Ondernemingskamer onvoldoende om, in weerwil van de gemaakte afspraken in met name de Participatie-overeenkomst, tot een ander oordeel te komen met betrekking tot de vraag of Steinhoff bij POCO
powerhad in de zin van IFRS 10.7 (a).
governance, ook wanneer in aanmerking wordt genomen welke besluitvorming aan de
Aufsichtsratdan wel de
Gesellschafterversammlungis voorbehouden, zodanig is dat in redelijkheid kan worden gezegd dat de daadwerkelijke macht die Steinhoff via [C] in POCO uit kan oefenen betrekking heeft op
relevant activitiesvan POCO.
control,als genoemd in IFRS 10.7 (b) en (c). Als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende weersproken, kan er van worden uitgegaan dat de door Steinhoff (via [C] ) uitgeoefende
powerkwantitatieve invloed heeft op de resultaten van POCO waarin Steinhoff – zij het (vooralsnog) ook voor niet meer dan 50% - is gerechtigd.
controlheeft over POCO. Ingevolge IFRS 10 vloeit daaruit de verplichting voort de resultaten en het vermogen van POCO ‘mee te consolideren’, zij het met vermelding van een
non controlling interestvoor het 50%-belang van OM-Handels in POCO.
little to say’heeft in POCO.
wichtiger Grundwerd aangevoerd en dat dientengevolge LiVest wél mee mocht stemmen over het voorstel van OM-Handels, doch OM-Handels níet over het voorstel van LiVest.
Den Vorsitz in der Gesellschafterversammlung führt der Gesellschafter bzw. Vertreter eines Gesellschafters mit dem höchsten Lebensalter, hilfsweise der stimmenmehrheitlich berufene Gesellschafter. Der Vorsitzende bestimmt den Gang der Verhandlung, die Reihenfolge der Erledigung der Tagesordnung und die Art der Abstimmung”.
wichtiger Grund), dat aldus sprake is van misbruik van bevoegdheid, en dat ook overigens het besluit tot ‘uitstoting’ van OM-Handels nietig is wegens strijd met (beginselen van) Duits vennootschapsrecht, met name artikel 241 Aktiengesetz, waaruit volgt dat een besluit van de algemene vergadering nietig is indien dit niet in overeenstemming is met de aard van de naamloze vennootschap.
Landesgerichtin Dortmund, en op het tijdstip waarop de Jaarrekening werd vastgesteld (en ook op het tijdstip van de zitting van de Ondernemingskamer) was nog geen beslissing in die zaak genomen. Gelet op het voorgaande, kon Steinhoff zich bij het opstellen van haar Jaarrekening redelijkerwijs op geen ander standpunt stellen dan dat de gang van zaken op de algemene vergadering van 14 april 2015, en de nasleep daarvan, geen impact heeft op de wijze waarop Steinhoff het resultaat en het vermogen van POCO in haar Jaarrekening diende te verantwoorden. Hangende de uitkomst van de Dortmund Procedure is immers met betrekking tot POCO (nog) geen wijziging gekomen in de zeggenschapsverhoudingen in feitelijke zin en gaan partijen ervan uit dat evenmin wijziging is gekomen in de eigendomsverhouding. Wat Steinhoff betreft maakt de Ondernemingskamer dat laatste op uit de in 2.25 vermelde brief van LiVest. Voor wat betreft de geconsolideerde jaarrekening volgt uit het voorgaande dat Steinhoff weliswaar zich op het standpunt kon stellen dat zij
controlheeft over POCO, zodat zij verplicht is POCO ‘mee te consolideren’ maar dat zij het 50%-belang van OM-Handels dient te verantwoorden als een
non controlling interest.
currentliabilityter zake van een aan OM-Handels verschuldigde vergoeding voor haar aandelen in POCO, in aanmerking heeft mogen nemen.
contingent liabilitydie zou voortvloeien uit een – overigens niet duidelijk op POCO / de Dortmund Procedure terug te voeren – geschil (zie 2.35). Aan OM-Handels c.s. kan worden toegegeven dat ook in zoverre de gebruikers van de Jaarrekening geen duidelijk inzicht wordt geboden in de eigendomsverhoudingen betreffende POCO en in de stand van zaken in de Dortmund Procedure.
subsidiarieswaarin derden een
non controlling interesthebben en die
materialzijn voor Steinhoff. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer valt niet in te zien waarom dit voorschrift slechts betrekking zou hebben op direct gehouden deelnemingen. Nu voorts moet worden geoordeeld dat POCO gelet op haar vermogen en haar omzet van materieel belang is voor Steinhoff, is de conclusie dat de enkelvoudige jaarrekening tekort schiet in het verschaffen van informatie met betrekking tot (de indirecte deelneming in) POCO.
4.Aanwijzingen
non controlling interest.Uit (het bedrag van) de
liabilitiesdient het daarin opgenomen bedrag ter zake van de waarde in het economisch verkeer van het 50%-belang van OM-Handels te worden geëlimineerd.
Notes to the Annual Financial Statements) dient Steinhoff hetgeen in noot 27.5 onder
Contingent liabilitiesis opgenomen te verwijderen. In plaats daarvan dient zij in de toelichting te vermelden dat zij POCO evenals in voorafgaande jaarrekeningen heeft geconsolideerd, dat zij het 50%-belang van OM-Handels in POCO heeft verantwoord als
non controlling interest,dat tussen LiVest – de vennootschap via welke zij 50% in POCO houdt – en OM-Handels geschillen zijn gerezen, dat deze partijen over en weer vorderingen tot verplichte inkoop (
redemption) van de aandelen van de andere partij hebben ingesteld, en dat deze vorderingen op het tijdstip waarop de Jaarrekening werd gepubliceerd aanhangig waren bij het
Landesgericht Dortmund.Hieraan dient – eveneens in de toelichting – een weergave van de actuele stand van zaken in de procedure tussen LiVest en OM-Handels te worden toegevoegd.