Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
2 (twee) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Rusland in 1979 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten. De politierechter had hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken opgelegd voor winkeldiefstal van meerdere accu's van aanzienlijke waarde. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van twee weken met aftrek van voorarrest, terwijl de raadsman pleitte voor een straf gelijk aan de duur van het voorarrest of een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf, die werd vernietigd. Het hof oordeelde dat de eerdere veroordelingen de verdachte niet konden worden tegengeworpen, omdat deze pas na de tenlastegelegde pleegdatum waren uitgesproken en niet onherroepelijk waren ten tijde van het vonnis in eerste aanleg. Het hof legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op van twee weken, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich binnen een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit schuldig maakt.
De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de persoon van de verdachte. Het hof benadrukte dat winkeldiefstal de bedrijfsvoering verstoort en schade toebrengt aan het betrokken winkelbedrijf.