ECLI:NL:GHAMS:2018:5113
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake diefstal met betrekking tot een fles in een winkel te Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1965, was beschuldigd van diefstal van een fles in een winkel op 24 juni 2017. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 november 2018 heeft de raadsvrouw van de verdachte aangevoerd dat de verdachte geen opzet had op de diefstal, omdat hij de fles wilde afrekenen. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte de fles in zijn jas had gestopt en niet had afgerekend, wat door de aangever en camerabeelden werd ondersteund. Het hof oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de diefstal en verwierp het verweer van de raadsvrouw.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de eisen van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof achtte bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd, maar sprak hem vrij van andere tenlasteleggingen. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, maar het hof besloot geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die psychische problemen had en in behandeling was bij verschillende artsen. Het hof concludeerde dat er geen toegevoegde waarde was aan het opleggen van een straf of maatregel, gezien de situatie van de verdachte.