ECLI:NL:GHAMS:2018:5104

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2018
Publicatiedatum
13 maart 2019
Zaaknummer
23-002746-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met uitzondering van straf in hoger beroep tegen winkeldiefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 juli 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1972 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, was in eerste aanleg veroordeeld voor winkeldiefstal en kreeg een gevangenisstraf van één week opgelegd. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, omdat de verdachte in een andere zaak al de ISD-maatregel voor twee jaar opgelegd had gekregen. De raadsvrouw heeft deze vordering ondersteund.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de straf. Het hof oordeelde dat, gezien de aard van het bewezenverklaarde feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte, er in beginsel aanleiding was om een straf op te leggen. Echter, omdat de verdachte al een ISD-maatregel had gekregen, besloot het hof geen straf of maatregel op te leggen. Het hof heeft de beslissing van de politierechter vernietigd voor wat betreft de straf en heeft bepaald dat er geen straf of maatregel wordt opgelegd voor de winkeldiefstal. Het vonnis van de politierechter werd voor het overige bevestigd.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002746-17
datum uitspraak: 30 juli 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 juli 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-095021-17 tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1972,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de straf. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Geen oplegging van straf of maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor de in eerste aanleg bewezenverklaarde winkeldiefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel, nu aan de verdachte in een andere zaak inmiddels bij onherroepelijk vonnis de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) is opgelegd. De raadsvrouw heeft zich hierbij aangesloten.
Het hof heeft gelet op de aard van het bewezenverklaarde feit (diefstal van levensmiddelen op 25 mei 2017) en op de persoon van de verdachte.
Nu de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 juli 2018 eerder ter zake van soortgelijke zaken onherroepelijk veroordeeld, is er in beginsel aanleiding hem een straf op te leggen, waarbij het hof van oordeel is dat de straf zoals opgelegd door de politierechter een passende straf is.
Ter terechtzitting in hoger beroep is echter gebleken dat aan de verdachte bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2018 de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaren is opgelegd. Gelet op die omstandigheid en het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, ziet het hof aanleiding de verdachte geen straf of maatregel op te leggen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. M. Lolkema en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 juli 2018.