ECLI:NL:GHAMS:2018:5097

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
13 maart 2019
Zaaknummer
23-001010-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Bulgarije in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 21 maart 2017. Tijdens de zitting in eerste aanleg had de verdachte haar verblijfadres opgegeven, maar de dagvaarding voor de zitting in hoger beroep was niet op dit adres betekend. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding nietig is, omdat deze niet op het juiste adres is betekend, zoals vereist door de wet. De verdachte was ten tijde van de betekening niet gedetineerd en niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen, wat de noodzaak voor correcte betekening op het opgegeven adres benadrukt. Het hof heeft daarom de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder kan worden behandeld.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001010-17
datum uitspraak: 17 september 2018
NIET VERSCHENEN (raadsvrouw niet gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 21 maart 2017 in de strafzaak onder parketnummer
15-033989-17 tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedag] 1984.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 september 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, ertoe strekkende dat de verdachte voor het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.

Geldigheid dagvaarding in hoger beroep

De verdachte heeft op de terechtzitting in eerste aanleg van 21 maart 2017 opgegeven te verblijven op het adres [adres]. Bij appelschriftuur van 29 maart 2017 heeft haar raadsvrouw namens de verdachte dit adres (zelfs) als woonadres opgegeven. Er zijn geen omstandigheden die erop wijzen dat dit adres als achterhaald moet worden beschouwd. Daarom moet dit adres voor de feitelijke woon- of verblijfplaats van de verdachte worden gehouden. De dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep is (niet in persoon) op verschillende andere adressen, maar niet op het adres in [adres] betekend. Nu de verdachte ten tijde van het uitbrengen van die dagvaarding niet was gedetineerd en zij niet was ingeschreven in de Basisregistratie Personen, vereiste het bepaalde in artikel 588, eerste lid, aanhef en onder b, sub 2° Sv betekening op het adres in [adres]. Daarom dient, anders dan op 3 september 2018 ter terechtzitting is medegedeeld, de dagvaarding in hoger beroep nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. R. Kuiper en mr. M.J. Dubelaar, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 september 2018.
mr. M.J. Dubelaar en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]