Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 14 december 2017. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 december 2017. De zaak betreft valsheid in geschrift en oplichting, waarbij de verdachte in hoger beroep is gegaan tegen het eerdere vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 16 november 2018 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, alsook van de argumenten van de verdachte en zijn raadsman.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met aanpassing van de bewijsmiddelen. Dit houdt in dat het hof de aanhef van bewijsmiddel 10 heeft aangepast en een nieuw bewijsmiddel heeft toegevoegd, namelijk het proces-verbaal van bevindingen van een buitengewoon opsporingsambtenaar van de Politie Nederland, dat betrekking heeft op geluidsopnames van een ontmoeting tussen de verdachte en andere betrokkenen. De verdachte heeft tijdens de eerdere terechtzitting verklaard bekend te zijn met deze geluidsopnames.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, die bestond uit drie rechters. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Het hof heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis van de rechtbank moet worden bevestigd, met inachtneming van de aanpassingen in de bewijsmiddelen.