ECLI:NL:GHAMS:2018:5034
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L.M. van der Voet
- A.M. van Amsterdam
- F.M.D. Aardema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijk behulpzaam zijn bij het telen of voorhanden hebben van hennepplanten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 5 januari 2018 vrijgesproken van het telen en voorhanden hebben van hennepplanten. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte, dat onbeperkt was ingesteld, beoordeeld. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen en/of voorhanden hebben van hennepplanten in een pand dat hij had verhuurd aan een onbekende persoon. Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 oktober 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij opzettelijk behulpzaam was bij het telen of voorhanden hebben van de hennepplanten. Er was geen bewijs dat de verdachte op de bovenverdieping van het pand was geweest of dat hij op de hoogte was van de hennepplantage. De verdachte had verklaard dat de onderhuurder een bedrijf in computerreparaties wilde beginnen, wat de verdachte niet vreemd vond. Het hof concludeerde dat de verdachte mogelijk naïef was geweest, maar dat dit niet voldoende was om tot een veroordeling te komen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak in eerste aanleg. De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters aanwezig waren op de openbare zitting.