ECLI:NL:GHAMS:2018:493
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Onderhoudsplicht jegens kinderen die bij de grootouders van moederszijde in Turkije wonen
In deze zaak gaat het om de onderhoudsplicht van de man jegens zijn kinderen die bij de grootouders van moederszijde in Turkije wonen. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen dient te betalen. De man betwist dat de vrouw nog behoefte heeft aan deze bijdrage, omdat de kinderen bij hun grootouders wonen en hij stelt dat de vrouw geen kosten meer voor hen maakt. De vrouw heeft echter betoogd dat zij nog steeds kosten maakt voor de kinderen, zoals reiskosten en bijdragen aan haar moeder voor de verzorging van de kinderen. Het hof overweegt dat de man de stelplicht heeft om aan te tonen dat de vrouw geen kosten meer maakt, maar hij heeft dit niet voldoende onderbouwd. Het hof wijst de eerste grief van de man af en bevestigt dat de vrouw recht heeft op de kinderbijdrage. Daarnaast wordt de tweede grief van de man, die betrekking heeft op de levensstandaard in Turkije en de toepassing van het woonlandbeginsel, eveneens afgewezen. Het hof concludeert dat de hoge kosten van de particuliere school van de kinderen niet ten nadele van de vrouw mogen worden aangerekend. De beslissing van de rechtbank wordt bekrachtigd, en het hof wijst het meer of anders verzochte af.