ECLI:NL:GHAMS:2018:4703
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor uitgaansgeweld in Alkmaar
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van geweldpleging tegen een persoon genaamd Niels [slachtoffer] op 25 september 2011 in Alkmaar. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en openlijk geweld in vereniging. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 19 maart en 6 december 2018 zijn camerabeelden getoond, waarop de hoofdagent [verbalisant] de verdachte meende te herkennen. Echter, de agent heeft haar eerdere herkenning later gerelativeerd, wat de betrouwbaarheid van het bewijs in twijfel trok. De getuige [getuige] had de verdachte ook herkend, maar de verdachte ontkende aanwezig te zijn bij het incident en had een alibi. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd het vonnis van de politierechter vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf werd eveneens afgewezen.