In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 12 december 2018 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van Bean Holding B.V. om machtiging te verkrijgen om mededelingen te doen uit het onderzoeksverslag naar het beleid en de gang van zaken van VOC Detachering B.V., die failliet was verklaard. Bean Holding, die 5% van de aandelen in VOC bezat en een geldlening had verstrekt, had eerder een dagvaarding ingediend tegen [A], die als (indirect) bestuurder van VOC wordt beschouwd, en vorderde betaling van een aanzienlijk bedrag. De voorzitter van de Ondernemingskamer oordeelde dat Bean Holding een voldoende zwaarwegend belang had bij haar verzoek, aangezien het onderzoeksverslag cruciaal was voor haar vordering tegen [A]. De curator van VOC had zich gerefereerd aan het oordeel van de voorzitter, en er was geen overtuigend belang van VOC dat zich verzette tegen het verlenen van de machtiging. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Bean Holding direct gebruik kon maken van het onderzoeksverslag in haar rechtszaak tegen [A].