ECLI:NL:GHAMS:2018:4568
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurders in een project voor de transformatie van kantoorpanden naar studentenwoningen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, die de dochters zijn van [X], tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De appellanten hebben in hoger beroep vorderingen ingesteld tegen CYHH B.V. en haar bestuurders, [Y sr.] en [Z jr.], met betrekking tot hun participatie in een project voor de transformatie van kantoorpanden naar studentenwoningen. De rechtbank had eerder de vorderingen van de appellanten afgewezen en hen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. De appellanten stellen dat zij zijn misleid door CYHH c.s. en dat er sprake is van dwaling, bedrog en onrechtmatige daad. Het hof oordeelt dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claims en dat de gestelde onrechtmatige gedragingen niet hebben geleid tot de schade die zij hebben geleden. Het hof vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van de appellanten onder 3 en 4, maar wijst hun vorderingen alsnog af. De kosten van het geding in hoger beroep worden aan de appellanten opgelegd.