ECLI:NL:GHAMS:2018:4554
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter in onrechtmatige publicaties over aanplant hardhout in Panama
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, [appellant sub 1] en [appellante sub 2], tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De appellanten hebben de geïntimeerde, [geïntimeerde], aangeklaagd wegens onrechtmatige publicaties op zijn website over hun betrokkenheid bij een project in Panama, gericht op de aanplant van hardhout. De rechtbank had in een eerder vonnis geoordeeld dat zij niet bevoegd was om kennis te nemen van de vorderingen van de appellanten, omdat de schade zich buiten Nederland had voorgedaan. De appellanten betogen dat de Nederlandse rechter wel bevoegd is, omdat hun belangen in Nederland liggen en zij schade hebben geleden door de publicaties van de geïntimeerde.
Het hof heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De appellanten hebben aangevoerd dat de geïntimeerde ten tijde van de inleidende dagvaarding in Nederland woonde, maar het hof oordeelt dat zij onvoldoende bewijs hebben geleverd om dit te onderbouwen. Daarnaast hebben de appellanten gesteld dat er sprake is van een stilzwijgende forumkeuze voor de Nederlandse rechter, maar het hof gaat hier niet in mee, aangezien de geïntimeerde al in een vroeg stadium heeft betwist dat de Nederlandse rechter bevoegd is.
Het hof concludeert dat de appellanten niet hebben aangetoond dat het centrum van hun belangen in Nederland ligt en dat de Nederlandse rechter daarom niet bevoegd is om hun vorderingen te behandelen. De grieven van de appellanten falen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. De appellanten worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.