Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van het plafond van de woning van zijn onderbuurvrouw op 3 augustus 2017. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar heeft geoordeeld dat er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden. Dit oordeel is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, de psychische problematiek van de verdachte en het feit dat hij als 'first offender' wordt beschouwd. De politierechter had de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf en de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 6.370,19. In hoger beroep heeft het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de offerte die aan de vordering was gehecht incompleet was en de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. Het hof heeft de beslissing van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte vrijstelde van verdere straf.