Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
betrokkenheidvan de verdachte bij het tenlastegelegde feit ondersteunend bewijs nodig is. Die eis kent het recht niet. Zoals volgt uit het hierna weergegeven bewijs, bestaat het bewijs niet slechts uit één verklaring van een getuige.
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
Het hof neemt over de bewijsmiddelen zoals vermeld in de aanvulling verkort vonnis waarvan beroep onder de nummers 1, 2, 3, 4 en 5.
Een proces-verbaal met nummer PL1300-2015024646-19 van 2 februari 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], doorgenummerde pagina 15.
Donkerkleurige trainingsbroek met Nederlands elftal embleem
Blauwkleurig trainingsjack voorzien van oranjekleurige baan over de rugzijde en de mouwen van dit trainingsjack
Daaronder een grijskleurige trainingsjack met capuchon
Zwarte jas van het merk Guess
Zwarte trainingsbroek van het merk Nike
Beige sportschoenen van het merk Adidas.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 80,87 (tachtig euro en zevenentachtig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
€ 80,87 (tachtig euro en zevenentachtig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.