Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak feit A primair
Bewijsoverweging feit A subsidiair
ik ben verkracht”. [getuige 2] zag [slachtoffer] schreeuwend uit haar kamer komen, ze liep de gang op. [getuige 2] zag tevens een soort witte jurk in de kamer van de verdachte verdwijnen. [slachtoffer] riep dat zij verkracht was. [getuige 2] vroeg aan [slachtoffer] wie dat had gedaan, waarop [slachtoffer] naar de kamer van de verdachte wees. [getuige 2] liep naar de kamer van [slachtoffer]. [slachtoffer] liet haar natte plekken in het bed zien. Ook liet [slachtoffer] zien dat er sperma uit haar vagina kwam. [getuige 2] vond op het hoeslaken op het bed van [slachtoffer] een pootje van een zonnebril. [getuige 2] is vervolgens naar de kamer van de verdachte gelopen. Toen zij binnenkwam zag zij dat hij een witte jurk droeg. De verdachte lag op bed. Bij de wastafel lag een natte, uitgewassen onderbroek.
Bewezenverklaring
subsidiairhij op 16 april 2014 te Amsterdam met [slachtoffer], van wie hij wist dat zij in staat van verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer], immers is verdachte, terwijl [slachtoffer] sliep, onder de slaapkleding van [slachtoffer] gegaan en is hij met gedeeltelijk ontbloot lichaam op [slachtoffer] gaan liggen en zijn penis in de vagina van [slachtoffer] heeft gebracht;
hij op 31 maart 2014 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk ruiten toebehorende aan [benadeelde] en/of café [naam 1] heeft vernield.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- een rapport psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van psychiater [naam 6] van 30 mei 2014;
- een rapport Pieter Baan Centrum van psychiater [naam 7] en psycholoog [naam 4] van 11 december 2014;
- een rapport klinische observatie Pro Justitia van psycholoog [naam 8], forensisch psychiatrisch werker [naam 9] en forensisch psychiatrisch werker [naam 10] van 31 juli 2016;
- een rapport psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van psychiater [naam 11] van 3 oktober 2016;
- een rapport psychologisch onderzoek Pro Justitia van psycholoog [naam 12] van 7 oktober 2016;
- een rapport Pieter Baan Centrum van psychiater [naam 3] en psycholoog [naam 4] van 10 augustus 2017;
- een rapport onderzoek voorbereiding TBS met voorwaarden GGZ Reclassering Inforsa van reclasseringsmedewerker [naam 5] van 19 juni 2018.
- De verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens. Diagnostisch kan worden gesproken van een ongespecificeerde schizofrenie-spectrum- of andere psychotische stoornis, vermoedelijk in het kader van een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type. Tevens is sprake van een matig ernstige stoornis in het cannabisgebruik.
- Een schizoaffectieve stoornis wordt gekenmerkt door episodes met psychotische en manische symptomen met daartussen symptoomvrije intervallen die variëren van een paar maanden tot ruim een jaar.
- Sinds 2007 heeft de verdachte tenminste vijf maal een psychische ontregeling doorgemaakt, waarbij vermoedelijk telkens sprake was van een combinatie van manische en psychotische symptomen. Tijdens deze decompensaties of ontregelingen is sprake van angst, achterdocht, paranoïde ideeën, ontremming en dreigend of intimiderend gedrag.
- Aannemelijk wordt geacht dat ten tijde van het in zaak A tenlastegelegde sprake was van psychiatrische symptomen.
- Een verband tussen het in zaak A tenlastegelegde en de stoornis van de verdachte kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Onderzoekers onthouden zich van een advies omtrent de mate van toerekenen. Weliswaar kan gesproken worden van een gelijktijdigheidsverband, maar causaal verband tussen de stoornis en het tenlastegelegde feit kan niet worden aangetoond.
- Een recidiverisico kan niet worden onderbouwd op basis van aan de stoornis gerelateerde (pathologische) factoren.
geen advies gevenvoor interventies binnen een juridisch behandelkader.
- Bij het doormaken van een psychose wordt de kans op een volgende psychose elke keer groter.
- Als de verdachte ontregeld of psychotisch raakt, is hij toenemend ontremd en de kans dat hij agressief gedrag zal vertonen is in zo’n periode groot.
- Ontregeling is hetzelfde als decompensatie.
- Met de huidige informatie adviseert zij de verdachte te behandelen voor zijn psychotische kwetsbaarheid en ter verbetering van zijn ziektebesef.
- Men zou kunnen zeggen dat de decompensatie in 2014 bij de verdachte voortvloeide uit de stoornissen die zij heeft vastgesteld.
- In een periode van decompensatie kan de verdachte gevaar voor zichzelf en voor anderen veroorzaken omdat hij moeilijker invoelbaar wordt, de spanning bij hem oploopt en hij moeilijker te volgen is. De verdachte vertoont dan ontremd gedrag.
- Het is evident dat sprake is van een chronische psychotische kwetsbaarheid bij de verdachte. Het kan best zijn dat de diagnostiek die er ligt wordt verfijnd als de verdachte nu in behandeling gaat.
- Op dit moment weet hij vrijwel zeker dat de psychoses bij de verdachte niet telkens door middelengebruik zijn ontstaan.
- Wat hij wel kan vaststellen is dat de verdachte vrij langdurige psychoses heeft doorgemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
ter beschikking wordt gesteld, onder de voorwaarden dat:
buitenland:de verdachte zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeeft, tenzij hij hierover voorafgaand overlegt met de reclassering en het Openbaar Ministerie daarna toestemming geeft;
behandeling:de verdachte zich ambulant laat behandelen door GGZ Reclassering Inforsa of een soortgelijke instelling, hij zich houdt aan de aanwijzingen die hem gegeven worden door zijn behandelaren en/of de reclassering in het kader van de behandeling en hij zich houdt aan de afspraken rondom zijn bewegingsvrijheid. De verdachte geeft de reclassering toestemming om bij de behandelaren en verpleegkundigen te informeren naar de voortgang van de behandeling. Hij wordt achteraf op de hoogte gesteld van de inhoud van de gesprekken. De verdachte werkt zo nodig mee aan een detox-opname van maximaal zeven weken of zoveel korter dan de behandelaren in overleg met de reclassering adviseren;
reclasseringsbegeleiding:de verdachte zich begeleidbaar opstelt en zich gedraagt naar de aanwijzingen van de reclassering. De verdachte geeft openheid van zaken en toestemming om contact op te nemen met voor het traject relevante derden;
forensisch psychiatrisch toezicht (FPT):de verdachte meewerkt aan FPT en, indien de reclassering dit nodig acht, aan een time-out in een FPA/FPK van maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
huisvesting:de verdachte verblijft in het Martin Schaaperhuis of een soortgelijke RIBW-instelling alsmede op de daarna geïndiceerde vervolgplek. De verdachte mag niet verhuizen zonder overleg en toestemming van de reclassering;
medicatie:de verdachte zich houdt aan het medicatiebeleid van de behandelaren van Inforsa of een soortgelijke instelling;
middelengebruik:de verdachte geen drugs en alcohol gebruikt en zijn medewerking verleent aan urinecontroles en blaastesten. Gezien de terugvallen in middelengebruik de afgelopen jaren houdt de reclassering er rekening mee dat de verdachte kan terugvallen in middelengebruik. Een terugval zal voor de reclassering niet per definitie een reden zijn om de TBS met voorwaarden op te heffen. Wanneer een terugval plaatsvindt, kan het door de reclassering noodzakelijk worden bevonden dat de verdachte zich laat behandelen bij GGZ Reclassering Inforsa of een soortgelijke instelling. De verdachte dient daaraan mee te werken
dagbesteding:de verdachte streeft naar het verkrijgen en behouden van een structurele en controleerbare dagbesteding die hij niet zonder overleg en toestemming van de reclassering verandert;
financiën:de verdachte openheid geeft aan de reclassering en/of zijn behandelaren over zijn financiën en deze inzichtelijk maakt. Indien de reclassering en/of zijn behandelaren problemen signaleren, verleent de verdachte zijn medewerking aan budgetbeheer of bewindvoering;
netwerk:de verdachte zijn sociale netwerking inzichtelijk maakt voor de reclassering en/of zijn behandelaren en de reclassering toestemming geeft informatie te winnen, eventueel buiten zijn aanwezigheid, bij relevante personen binnen zijn netwerk;
vrijetijdsbesteding:de verdachte maakt de bezigheden in zijn vrije tijd inzichtelijk voor de reclassering.
dadelijk uitvoerbaaris.
€ 1.240 (duizend tweehonderdveertig euro) bestaande uit € 40 (veertig euro) materiële schade en € 1.200 (duizend tweehonderd euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2014 tot aan de dag der voldoening.
€ 1.240 (duizend tweehonderdveertig euro) bestaande uit € 40,00 (veertig euro) materiële schade en € 1.200 (duizend tweehonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2014 tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.