ECLI:NL:GHAMS:2018:4495
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en vernietiging strafbeschikking na terugwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 september 2018 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een geldboete van € 750, subsidiair vijftien dagen hechtenis, voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen op of omstreeks 17 april 2014 te Schiphol. De Hoge Raad heeft het eerdere arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbehandeling.
Tijdens de zitting op 4 september 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging, die betrekking had op het voorhanden hebben van een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen, waardoor hij vrijgesproken werd van de tenlastelegging.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de eerder uitgevaardigde strafbeschikking ook heeft vernietigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 4 september 2018.