ECLI:NL:GHAMS:2018:4484
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van eigenaarschap van motorrijtuig
Op 4 december 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die ten laste was gelegd dat hij als eigenaar of houder van een motorrijtuig, voorzien van een specifiek kenteken, niet heeft voldaan aan de verplichting om de naam en het adres van de bestuurder bekend te maken na een verkeersmisdrijf op 6 januari 2014. De verdachte had op 22 juni 2015 een vordering ontvangen, maar had deze verplichting niet nagekomen voor de gestelde termijn van 29 juni 2015.
Tijdens de zitting op 20 november 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat het tenlastegelegde feit bewezen kon worden geacht en dat de verdachte dezelfde straf zou moeten krijgen als in eerste aanleg was opgelegd. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk de eigenaar of houder van het motorrijtuig was. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens is de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters M.L.M. van der Voet, G. Oldekamp en F.M.D. Aardema, en is openbaar uitgesproken op 4 december 2018.