In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen Camelot Vastgoedbeheer en Beveiliging B.V. [appellant] was huurder van een woning in de gemeente Haarlemmermeer op basis van een tijdelijke huurovereenkomst die eindigde op 25 oktober 2017. Camelot, als gemachtigde van de gemeente, vorderde de ontruiming van de woning omdat [appellant] na de einddatum in de woning was blijven wonen. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van Camelot toegewezen, wat [appellant] in hoger beroep aanvecht. De kern van het geschil is of de opzegging van de huurovereenkomst door Camelot geldig was en of er sprake was van een spoedeisend belang bij de ontruiming. Het hof oordeelt dat Camelot voldoende heeft aangetoond dat er een spoedeisend belang was, gezien het overheidsbeleid om tijdelijke huisvesting te bieden aan statushouders en spoedzoekers. Het hof concludeert dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de opzegging van de huurovereenkomst geldig was, en bekrachtigt het bestreden vonnis. [appellant] wordt in de kosten van het hoger beroep verwezen.