ECLI:NL:GHAMS:2018:4357
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1985, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend, en de raadsman heeft zijn standpunten naar voren gebracht tijdens de zitting.
Een belangrijk aspect van deze zaak was de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep. De dagvaarding was betekend aan een adres, maar niet aan het adres dat door de raadsman was opgegeven als het feitelijke woonadres van de verdachte. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend, wat volgens de wet vereist is voor de geldigheid ervan.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, wat een gevolg was van de onjuiste betekening van de dagvaarding. Op basis van deze bevindingen heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.