ECLI:NL:GHAMS:2018:4356
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1988, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend, en de raadsman heeft zijn standpunten naar voren gebracht tijdens de zitting.
De kern van de zaak draait om de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep. De dagvaarding is betekend aan verschillende adressen, maar niet aan het door de raadsman opgegeven adres van de verdachte, dat het feitelijke woonadres bleek te zijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de dagvaarding niet op de juiste wijze is betekend, wat volgens de wet vereist is.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, en op basis van de onregelmatigheden in de betekening van de dagvaarding, heeft het hof besloten deze nietig te verklaren. De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening in het strafproces en de rechten van de verdachte.