ECLI:NL:GHAMS:2018:4355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1978, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar er was geen schriftelijke indiening van grieven gedaan, noch waren er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met enig onderzoek van de zaak. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de rechters F.M.D. Aardema, V. Mul en M.L.M. van der Voet aanwezig waren, en de uitspraak vond plaats tijdens de openbare terechtzitting op dezelfde datum.