ECLI:NL:GHAMS:2018:4355

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
28 november 2018
Zaaknummer
23-000559-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1978, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar er was geen schriftelijke indiening van grieven gedaan, noch waren er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met enig onderzoek van de zaak. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de rechters F.M.D. Aardema, V. Mul en M.L.M. van der Voet aanwezig waren, en de uitspraak vond plaats tijdens de openbare terechtzitting op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000559-18
datum uitspraak: 13 november 2018
VERSTEK (niemand verschenen)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 februari 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-654012-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
opgegeven adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 november 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte
niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. V. Mul en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 november 2018.