ECLI:NL:GHAMS:2018:4271
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en omgangsregeling na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie en de omgangsregeling tussen de vrouw en de minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in 2017 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de partneralimentatie op nihil was gesteld. De man, verweerder in hoger beroep, had verzocht om de partneralimentatie te beëindigen, stellende dat de vrouw in staat was zelf in haar levensonderhoud te voorzien. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw sinds 13 september 2016 geen aanvullende behoefte meer heeft en dat de partneralimentatie terecht op nihil is gesteld. De vrouw had geen overtuigende bewijsstukken overlegd om haar financiële situatie te onderbouwen. Daarnaast is er een terugbetalingsverplichting van de vrouw aan de man vastgesteld, omdat zij teveel aan alimentatie had ontvangen. Wat betreft de omgangsregeling is de vrouw ontvankelijk verklaard in haar verzoek, maar het hof heeft geoordeeld dat de man niet verplicht kan worden om de omgangsregeling na te komen op straffe van een dwangsom, gezien de omstandigheden en het gebrek aan structurele omgang sinds 2015. De beslissing van de rechtbank is in grote lijnen bekrachtigd, met uitzondering van de niet-ontvankelijkheid van de vrouw in haar verzoek tot nakoming van de omgangsregeling.