In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante], een filiaalmanager bij A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe) B.V., tegen de beschikking van de kantonrechter die haar ontslag op staande voet heeft bekrachtigd. [appellante] was sinds 15 september 2003 in dienst en werd beschuldigd van diefstal van cosmetica. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag rechtsgeldig was vanwege een dringende reden, namelijk het onrechtmatig meenemen van goederen uit de winkel.
[appellante] heeft in hoger beroep negen grieven ingediend, waaronder dat het ontslag niet onverwijld was gegeven en dat de kantonrechter haar bewijsaanbod ten onrechte heeft gepasseerd. Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder camerabeelden die [appellante] tonen terwijl zij goederen uit de winkel meeneemt. Het hof oordeelt dat de handelingen van [appellante] een dringende reden voor ontslag opleveren en dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst de verzoeken van [appellante] in hoger beroep af. [appellante] wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt de ernst van de beschuldigingen en de gevolgen van het handelen van [appellante] voor haar dienstverband.