Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[naam maatschap],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] c.s. tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de maatschap, een notariskantoor, vorderingen heeft ingesteld tegen [X] c.s. voor onbetaalde facturen met betrekking tot waarnemingswerkzaamheden. De maatschap vorderde betaling van € 12.844,94, inclusief rente, voor werkzaamheden die zijn verricht door notaris [A] als waarnemer van [X], die wegens een strafrechtelijke veroordeling was geschorst. De kantonrechter heeft een deel van de vordering toegewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep door [X] c.s. In hoger beroep hebben partijen hun standpunten verder toegelicht, waarbij [X] c.s. betwist dat de maatschap recht heeft op betaling voor de verrichte werkzaamheden. Het hof heeft de feiten vastgesteld en beoordeeld of de maatschap de vordering op [X] c.s. kan geldend maken. Het hof heeft de maatschap in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de machtiging van [A] om de vordering in te dienen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.