Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
heid resultaats-
"[…]
Algemeen:
3.Beoordeling
grief 2betoogt Groba dat [X] heeft ingestemd met extra kosten in verband met het depot bij Glas en dat het andersluidende oordeel van de rechtbank onjuist is. Ter toelichting stelt Groba dat zij bij e-mail van 3 juni 2015 de extra kosten aan [X] heeft uiteengezet en opties heeft gegeven voor overslaglocaties. Daarna heeft Groba bij e-mail van 16 juni 2015 de optie uiteinde Ruigeweg als overslaglocatie bevestigd. [X] heeft geen enkele kanttekening geplaatst bij die afspraken en was alleen geïnteresseerd of het project wel op tijd kon worden afgerond. Ook in latere discussies heeft [X] het tarief voor het baggeren en het vervoer naar het depot van Glas bevestigd, en trachtte zij alleen het acceptatietarief van het depot van Glas aan te passen. [X] heeft daarom ingestemd met de extra kosten in verband met de andere verwerkingslocatie, aldus Groba. [X] heeft betwist dat zij heeft daarmee ingestemd.
grief 4keert Groba zich tegen het oordeel van de rechtbank dat Groba geen onderbouwing heeft gegeven van de door haar daadwerkelijk gebaggerde hoeveelheid. Ter toelichting stelt zij dat partijen uiteindelijk hebben afgesproken 6.700 m3 als uitgangspunt te hanteren. Verder heeft de rechtbank er geen rekening mee gehouden dat [X] profielverstorende werkzaamheden heeft verricht, zodat geen waarde moet worden toegekend aan de door [X] - op basis van een in maart 2016 ontvangen uitpeiling - gestelde hoeveelheid van 3.780 m3. De rechtbank had ook de door Groba overgelegde geleidebiljetten mee moeten wegen (waaruit blijkt van een hoeveelheid gebaggerde specie van 6.871 m3), alsmede de uitkomst van de uitpeiling van DEEP BV, die 6.126 m3 uitwijst, aldus Groba.