Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
gehelejaar 2015 rekening moet worden gehouden met de beslagvrije voet, bestaat volgens de Ontvanger geen wettelijke grondslag. [geïntimeerde] heeft gewezen op het rapport van de Nationale ombudsman van 23 februari 2015, maar de aanbevelingen in dat rapport (waaronder de aanbeveling om de Leidraad in zoverre aan te passen dat een achteraf onjuist vastgestelde beslagvrije voet met terugwerkende kracht van ten hoogste één jaar wordt gecorrigeerd) heeft niet tot een wijziging van (artikel 79.5a van) de Leidraad geleid. Anders dan [geïntimeerde] stelt blijkt ook nergens uit de website van de belastingdienst dat de beslagvrije voet dient te gelden bij verrekening. Ten slotte wordt door [geïntimeerde] het Wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet genoemd, maar dat voorstel heeft nog geen kracht van wet en de wijze waarop de beslagvrije voet in dat nieuwe systeem wordt vastgesteld (kortweg: de gegevens ter bepaling van de beslagvrije voet worden dan uit de bestaande registraties gehaald en hoeven niet langer door de schuldenaar zelf te worden verstrekt) vereist een verandering van werkprocessen die op dit moment de facto onuitvoerbaar is. Aldus steeds de Ontvanger.