Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsvoering
stillsvan de camerabeelden hebben herkend.
stillsvan voornoemde camerabeelden te zien is herkend als de verdachte en daarbij toegelicht dat zij de verdachte de dag voor de beroving in Alkmaar staande hebben gehouden. Hij was op dat moment gekleed in exact dezelfde kleding – inclusief zonnebril – als gedragen werd door de man die op de beelden te zien is, en hij had een (soortgelijke) fiets bij zich. [verbalisant 1] heeft de verdachte daarnaast herkend aan zijn postuur en omdat het geheel aan uiterlijke kenmerken voor hem ‘hetzelfde plaatje’ opleverde als op 18 augustus 2016 en [verbalisant 2] heeft de verdachte tevens herkend aan zijn postuur, de vorm van zijn hoofd en zijn kapsel. Gelet op de door de politieambtenaren genoemde specifieke, onderscheidende (persoons)kenmerken en het feit dat zij kort voor hun herkenningen beroepshalve contact met de verdachte hebben gehad, acht het hof de herkenningen overtuigend, betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Daarnaast heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep vastgesteld dat er sterke, in hoge mate identificerende, uiterlijke gelijkenissen bestaan tussen de man die te zien is op de camerabeelden – van onder meer de camera’s die zicht hadden op de Paternosterstraat en de Kanaalkade te Alkmaar – en de ter terechtzitting verschenen verdachte. Het hof doelt daarbij meer specifiek op de haarlijn op het voorhoofd van de verdachte en vooral op de grote en bijzondere ‘tribal’-tatoeage in de nek van de verdachte, die qua plaats en vorm zeer sterke overeenkomsten vertoont met de tatoeage die is geplaatst in de nek van de man die op de beelden zichtbaar is.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis.