Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling van het hoger beroep
nietkenbaar heeft gemaakt dat de staat van de heipalen onder het pand essentieel voor hem was. Voor zover voornoemde getuigen [geïntimeerde] er (al dan niet bij herhaling) op hebben gewezen dat er over de fundering niets bekend was, hebben zowel de makelaar als de architect met [geïntimeerde] afgesproken onderzoek naar de fundering in te stellen.
grieven XII en XIV(grief XI ontbreekt) komt Valerbosch op tegen de beslissing van de rechtbank (zie rov. 4.8 tussenvonnis en rov. 2.1 eindvonnis) dat het pand niet aan de overeenkomst beantwoordt als bedoeld in artikel 7:17 BW en Valerbosch in verband met deze tekortkoming in gebreke is gesteld en in verzuim is geraakt, zodat zij aansprakelijk is voor de door [geïntimeerde] geleden schade, bestaande uit de gemaakte of te maken kosten om de fundering in goede staat te brengen. Volgens Valerbosch heeft de rechtbank bij de beoordeling niet betrokken de vraagtekens die ten aanzien van de fundering zijn gerezen voorafgaand en tijdens de totstandkoming van de koopovereenkomst en de twijfels die deze vraagtekens bij [geïntimeerde] hadden moeten oproepen. Valerbosch heeft geen mededelingen gedaan, laat staan garanties gegeven op grond waarvan [geïntimeerde] erop mocht vertrouwen dat de fundering opnieuw was onderheid. Onder deze omstandigheden rust op [geïntimeerde] een onderzoeksplicht, aldus (samengevat) het standpunt van Valerbosch.
grieven XIII en XVIgericht.
grief XVgericht.
grief 1gericht.
grief 2komt [geïntimeerde] op tegen de afwijzing door de rechtbank van zijn vordering tot betaling van de contractuele boete. Daartoe voert hij aan dat artikel 12 lid 3 van de koopovereenkomst ertoe strekt om beide partijen te beschermen tegen vertraging in de levering van het pand, met alle (financiële) consequenties van dien. Deze vertraging kan worden veroorzaakt door het niet meewerken aan de feitelijke/juridische levering. Aangezien dit begrip in de overeenkomst niet nader wordt gespecificeerd, kan er van worden uit gegaan dat bij elke vorm van niet meewerken aan de feitelijke/juridische levering de boete wordt verbeurd. Niet valt in te zien waarom, zoals de rechtbank heeft overwogen, een beroep op non-conformiteit een beroep op dit boetebeding zou uitsluiten, aldus [geïntimeerde] .
grief 3gericht. Volgens [geïntimeerde] zal het pand tijdens het funderingsherstel niet bewoonbaar en derhalve niet verhuurbaar zijn, zodat hij huurinkomsten zal mislopen. Welke schade hij nog meer zal lijden is nog niet voorzienbaar, zodat de vordering in een schadestaatprocedure nader dient te worden opgemaakt, aldus [geïntimeerde] .