ECLI:NL:GHAMS:2018:3883
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag moeder en de rol van de hulpverlening in het besluitvormingsproces
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar drie minderjarige kinderen. Het hof oordeelt dat het belang van de kinderen bij duidelijkheid en stabiliteit voorop staat. De moeder heeft in het verleden niet in staat gebleken om een veilige opvoedsituatie te creëren en heeft de mishandeling en misbruik door de vader ontkend. Ondanks pogingen van de hulpverlening om de moeder te betrekken in het besluitvormingsproces, is dit niet gelukt. Het hof concludeert dat de moeder niet binnen een aanvaardbare termijn in staat zal zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen. De kinderen zijn inmiddels al geruime tijd in een pleeggezin geplaatst en hebben daar stabiliteit en veiligheid gevonden. Het hof bekrachtigt daarom de eerdere beschikking van de kinderrechter die het gezag van de moeder heeft beëindigd. Het hof benadrukt dat, indien de ontwikkeling van de kinderen dit toelaat, in de toekomst contacten tussen de moeder en de kinderen mogelijk gemaakt kunnen worden.